Algemeen over de jeugdrechtbank


Het formeel karakter van de gedwongen hulpverlening zorgt net als bij de bemiddelingscommissie voor een afstand tussen de jongere en de andere aanwezigen. De inbreng van de jongere blijkt hierdoor afgeremd.
– Als er zo’n beslissing valt, wie vind je dan dat dat moet uitleggen aan jou?
De opvoedsters komen dat meestal zeggen, van dat is beslist of dat is beslist. Of dat is de jeugdrechter, die schrijft een brief, ‘Dit is mijn beslissing’.
– Het vervelend van zo’n brief van de jeugdrechtbank hé. Daar staat gewoon op: ‘Jij blijft daar en voor de rest is dat allemaal van artikel zo veel en zo veel.’ Weten wat die brief zegt, je weet gewoon niet wat die brief zegt. De mensen van de instelling weten dat ook niet.
– Maar in dat zaaltje zat daar toen misschien een mens of twintig en die drie van voor die daar met mijn dossier voor hun neus zitten.
Je verstaat er niets van. Hij stelt zich daar recht en begint die artikels te lezen. En dan vraagt de jeugdrechter: ‘Hoe gaat er ermee, X.?’ en dan zeg ik ‘Goed.’ of ‘Slecht.’, maar ik zeg meestal ‘Goed.’. En hij vroeg dat dan ook aan mijn ma: ‘Hoe zie jij dat?’ En mijn ma zei ook: ‘Goed!’, want ja… En “boenke”: ‘Nog een jaar’ en ‘Zitting gesloten’ en je mocht naar buiten. Maar eigenlijk heb je daar niet veel over te zeggen.
Wat de jeugdrechter vertelt of schrijft is ook niet te begrijpen.
– Tegen de jeugdrechter kan je niets zeggen, die praat in veel te moeilijke woorden.
– Het verslag van de jeugdrechter gaat de vuilbak in. Het is niet te begrijpen, het is gewoon je handtekening zetten.
– In het verslag ven de jeugdrechtbank zetten ze tussen haakjes wat ze willen zeggen. Dat is niet in het Nederlands, je tekent dit gewoon omdat je er toch niets van snapt.
Er wordt niet echt geluisterd naar de jongere, waardoor terug dat gevoel van geen vat hebben op de situatie, de problemen naar boven komt.
– Ze plaatsen de jongeren waar hij totaal niet woont en dat kan niet. Je kan niets tegen de jeugdrechter zeggen. De jeugdrechter zou andere afspraken moeten maken, via de ouders en de begeleiding omdat zij je beter kennen.
– En als je in beroep bent gegaan? Heb je dan meer mogen zeggen? Ja, toen heb ik heel mijn verhaal mogen doen. Maar dat heeft eigenlijk niets uitgehaald. Die jeugdrechter wist totaal niets van mij.
– Dat noemen ze dan een democratie! Dat is gewoon de jeugdrechter.
Jongeren hebben ook wel het gevoel niet ernstig genomen te worden, omdat er niet zoveel tijd aan hun dossier besteed wordt, terwijl ze zelf heel lang moeten wachten vooraleer ze aan de beurt zijn.
– Het enige dat ik wel beu vind, is dat je één keer per jaar naar de jeugdrechter moet gaan.
• Ja, ik vind dat ook Je zit daar soms een uur te wachten.
– Een uur? Soms drie uur! Ik heb er eenkeer vijf uur gezeten! En je zit er twee minuten binnen. Je moet er om tien uur zijn en om een uur of één mag je naar binnen. Ze zeggen gewoon: ‘Blijf daar maar’, “toek!”.
- ‘t Is wel beu, je zit daar eerst drie uur te wachten, dan zit je tien minuten binnen en mag je weer vertrekken.
– Weet je wat die van mij ze: ‘Ik zie je wel binnen een half jaar terug en steek maar niets uit of anders ben ik wel rapper terug.
Het contacteren van de jeugdrechter is net zoals bij de consulent niet zo evident voor jongeren.
– Dan kan je een afspraak maken of ernaar toe gaan of vragen dat die naar hier komt.
– Mijn jeugdrechter kent mij ook niet, horen wat ik allemaal heb gedaan ja.
• Het is toch moeilijk te verlangen dat die iedereen kennen. Die kennen gewoon uw dossier.
– Ik vind dat dat moet. Gewoon u zelf kennen, ik vind dat dat ook noodzakelijk is maar bij velen is dat niet het geval en kennen die gewoon uw dossier en kennen die u niet persoonlijk.
– De procureur zit er ook altijd bij, maar deze kent mij niet. Eigenlijk kent niemand mij daar of enkel omdat anderen, het Comité, hen dat zeggen. Waarom zit de procureur daar bij?
– Die jeugdrechter wist totaal niets van mij. Die wist totaal niets van mij…
– De jeugdrechter heb ik hier in feite nog nooit gezien. Eén keer op zes maanden. En ze zeggen alle slechte dinges. En de jeugdrechter trekt daar dan zijn besluiten uit. En ze steken je in Beernem hé. Want de goede kanten bekijken ze niet. Ze schrijven enkel de slechte dinges op en de jeugdrechter kent je niet. Gewoon van naam. Dat is ook zoiets, wat helpt dat dan? Hij heeft je misschien maar een keer gezien op een jaar of twee keer. En dan maken ze hun dossiers op. Ik vind dat eigenlijk schandalig: je misdoet iets en – oké, het is misschien buiten de normen – ze steken je in X (gesloten instelling) en je komt er nog slechter uit, dan dat je er binnen gegaan bent.
– (gesloten instelling) Naar je consulent en Jeugdrechter mag je schrijven zoveel als je wil. Maar ik vind dat je wel de kans moet krijgen om naar de jeugdrechter te mogen bellen.
• Ik mag wel naar de jeugdrechter bellen. Naar mijn jeugdrechter, daar mag ik naar bellen.
Waarom jij wel en anderen niet? Ik denk dat dat te zien is van jeugdrechter tot jeugdrechter.
– Als je belt naar mijn jeugdrechter dan mag je 10 keer zijn, dinges, cipier hebben, van: ‘Neen hij wil niet komen, nee, hij wil niet luisteren’.
• Geen cipier, griffier. Wie heb jij wel als jeugdrechter? Als ik naar mijn jeugdrechter bel, krijg ik eerst iemand anders aan de lijn en als ik vraag naar X, dan krijg ik die direct aan de lijn.
– Hier als je jeugdrechter en consulent komen, dan word je automatisch naar beneden geroepen, automatisch. Eerst praat de jeugdrechter wel met de opvoedsters in de leefgroep. Ja, het zou erg zijn als wij eerst met de jeugdrechter zouden praten en daarna de opvoedsters komen. Ik vind dat normaal dat eerst de opvoedsters bespreken hoe uw gedrag is, want gij, als jij op voorhand gaat, kun jij zeggen: ‘En mijn gedrag is zo, zeer goed’ en dan komt de opvoedster.
• Het is niet de moeite dat je gaat liegen, want je weet zelf dat de opvoedster er achteraf zelf mee gaat praten. Waarom zou je dan liegen, want je weet als je liegt dat je dan toch nog wat meer kunt krijgen.
Vind je dat belangrijk dat je op dat moment met de jeugdrechter kunt praten?
Het is bel dat je je eigen mening kunt zeggen tegen je jeugdrechter of consulent. Ja, de opvoedsters sturen een verslag op en dat is hun mening, en dan kun je jouw mening ook eens zeggen.
Af en toe wordt er ook waardering voor de jeugdrechter uitgesproken.
– Ik vind het spijtig dat mijn jeugdrechter stopt. Waarom? Ik vond het een goeie gast! Nee, ik was ooit een keer weggelopen uit een instelling en ik was naar mijn jeugdrechter gegaan.