Welzijnsvoorzieningen vangen Oekraïners op

Printervriendelijke versiePDF version

“Ik kan nooit meer terug, mijn stad zoals die was is helemaal kapot.”

 

De oorlog in Oekraïne heeft miljoenen mensen op de vlucht gejaagd. Gelukkig toonde de welzijnssector de afgelopen weken opnieuw haar warm hart. Tientallen organisaties reageerden op onze oproep om onderdak te bieden aan die vele vluchtelingen. Op korte tijd werden zo honderden opvangplaatsen gecreëerd. De opluchting en dankbaarheid bij de Oekraïners is groot, maar tegelijk is er bij hen ook het besef en de angst dat ze hun moederland misschien nooit meer zullen terugzien.

Voor Zhanna uit Lviv was de beslissing om te vluchten een zware dobber. Als moeder moet ze niet alleen zorgen voor haar dochter, maar ook voor haar bejaarde moeder en haar broer en zus, die beiden een hersenverlamming hebben. Het moment dat Zhanna hoorde dat het Russische leger haar land was binnengevallen staat in haar geheugen gegrift. “Ik was echt in shock. Toen er ook in Lviv bommen vielen werd het ook heel erg moeilijk voor ons. Mijn moeder is 72 en slecht te been. En ook mijn broer en zus, die een beperking hebben, kunnen niet vluchten naar de schuilkelder. Als er bommen op ons appartement vallen zijn ze kansloos. We konden gewoon niet in Oekraïne blijven.”

Als gelijke behandeld

Begin maart sloeg de familie van Zhanna dan op de vlucht. Na een zware tocht kwamen ze terecht in Gits bij Dominiek Savio, een voorziening voor mensen met een beperking. Dat ze daar terecht kwamen was te danken aan Anatolii, de broer van Zhanna. Omwille van zijn beperking had hij eerder al contact met een Belgische organisatie voor mensen met een beperking. En via die weg kon het gezin sneller het land ontvluchten. Ondanks de taalbarrière voelt Anatolii zich hier ontzettend welkom. “In Oekraïne had ik veel vrienden, dankzij hen kon ik me integreren in de maatschappij. En toch voelde ik me er altijd anders dan de anderen. Hier bij Dominiek Savio is dat totaal niet het geval. Hier voel ik geen druk.” Ook voor zijn zus Lyliya ging een nieuwe wereld open. “Ik ben verrast dat mensen met een beperking hier als gelijke worden behandeld. Iedereen is hier attent en bereid om te helpen. Er zijn hier ook speciale hulpmiddelen voor mensen met een beperking, zaken die we bij ons niet kennen.”

 

“Ik ben verrast dat mensen met een beperking hier als gelijke worden behandeld. Er zijn hier ook speciale hulpmiddelen voor mensen met een beperking, zaken die we bij ons niet kennen."

 

  Lyliya, Zhanna en Anatolii

 

Stefanie Deweer volgt voor Dominiek Savio het gezin van nabij op en helpt waar nodig. “Het ging allemaal bijzonder snel, en ik had als stagecoördinator wel al heel wat ervaring met buitenlandse studenten, maar dit is natuurlijk iets helemaal anders. Deze mensen komen niet alleen uit een zeer traumatische situatie, ze hebben ook ondersteuning nodig. Bovendien komt er ook heel wat papierwerk bij kijken. Maar je krijgt er ook ontzettend veel voor terug. Je kan mensen hier echt kansen geven.”

Azovstaal

Even verderop in Lichtervelde hebben maar liefst zestien Oekraïense vluchtelingen een onderkomen gevonden in de Biekorf. Het oude herenhuis in het centrum van de gemeente is eigendom van Tordale, een voorziening voor mensen met een beperking. De nieuwe bewoners zijn allemaal vrouwen, de meeste van hen hebben kinderen. In het hele gebouw zie je geen enkele man, de partners, zonen en vaders zijn achtergebleven in Oekraïne. Twee van die vrouwen zijn Olga en Yevheniia, ze leerden elkaar kennen in Brussel op de Heizel tijdens het registreren. Olga was tot voor kort aan de slag bij Azovstaal, de staalfabriek in Marioepol waar al wekenlang zwaar om gevochten wordt. Yevheniia, of Jane zoals iedereen haar hier noemt, woonde en werkte in Odessa. Dankzij haar job in de maritieme sector spreekt ze een aardig mondje Engels, ze speelt daarom ook tolk voor Olga.

  Jane en Olga

Mijn stad is kapot

Olga, een fiere Oekraïense moeder, toont met trots een video van Marioepol voor de oorlog. We zien luchtbeelden van een mooi verlichte stad aan de zee, inwoners paraderen over de wandeldijk, een reuzenrad draait rondjes. Dan verandert plots de sfeer in het filmpje, en we krijgen beelden te zien van diezelfde stad zoals ze er nu uitziet. Kapotte gebouwen, tanks, ontploffingen. En alhoewel Olga het filmpje al vele malen heeft bekeken, krijgt ze het toch weer moeilijk. “Ik heb geen wensen meer, de enige die ik had is niet langer haalbaar en dat is terugkeren naar mijn stad zoals die was voor de oorlog. Ik kan nooit meer terug, mijn stad zoals die was is helemaal kapot.” Jane beseft het ook: “De oorlog is nog maar net begonnen en hij zal nog lang duren, we kunnen niet meer terug. Odessa is een haven die Poetin wil innemen en hij zal niet opgeven tot hij die in handen heeft.” Op de vraag hoe ze zich voelde toen de oorlog startte knipt ze met haar vingers. In één knip was ze alles kwijt.

 

“We zijn iedereen eeuwig dankbaar, ze hebben meer voor ons gedaan dan we ons ooit konden voorstellen."

 

De zee

En alhoewel ze hier graag zijn, was het toch wel schrikken om plots met verschillende gezinnen en individuen in één groot huis te moeten wonen, vertelt Jane. “Dat was de eerste avond echt een schok.” Maar intussen heeft ze de buurt al goed verkend. “Ik kan echt niet stilzitten en ben al veel op pad geweest. De natuur is hier prachtig en de mensen zijn vriendelijk. Alles is hier ook goed georganiseerd. Je kan bijvoorbeeld altijd op een app kijken waarheen de trein rijdt en wanneer hij aankomt. Dat hebben wij niet.” Al is het verschil tussen een gemeente als Lichtervelde en een stad als Odessa, met ruim 1 miljoen inwoners, natuurlijk wel erg groot. “Maar hier in de buurt zijn ook mooie steden hoor, ik ben al naar Brugge, Gent en Oostende geweest. In Oostende kon ik de zee nog eens zien.”

Vrijwilligers

Dat de zestien Oekraïners zich hier zo goed voelen is te danken aan Rita Lombaert en haar team van vrijwilligers. “De Biekorf stond al twee jaar leeg, maar dankzij het harde werk van tientallen vrijwilligers hebben we er iets moois van kunnen maken. Zonder hen was het nooit gelukt.” Eén van die vrijwilligers is Jordi Vanderlinden, een cliënt bij Tordale die graag zelf de handen uit de mouwen steekt. “Ik ben tientallen keren de trappen op- en afgelopen. We moesten dan ook veel verhuizen. Stoelen, matrasbeschermers, handdoeken, kussens, donsdekens, lampen en nog veel meer. Soms wel twee verdiepen hoog. Ik heb de treden geteld, het zijn er 45.” Eén van de andere vrijwilligers is Petra Demoen, dankzij haar medische achtergrond kan ze de vluchteling op dat vlak ondersteunen. “De meeste artsen hier hebben een patiëntenstop, maar omdat ik veel mensen ken in de sector ben ik toch al bij de kinderarts geraakt met één van de kinderen. Gelukkig maar, want het was nodig ook. Die kinderen hebben dan ook heel wat meegemaakt.”

Dankbaar

Als er één rode draad is in alle verhalen, dan is het de enorm grote dankbaarheid. “Ik wil iedereen bedanken die ons geholpen heeft om hier te geraken. Niet in het minst de mensen van Dominiek Savio”, zegt Anatolii. Zijn zus Zhanna beaamt dat. “We zijn iedereen eeuwig dankbaar, ze hebben meer voor ons gedaan dan we ons ooit konden voorstellen. Ze hebben ons niet alleen kleding en onderdak gegeven, ze hebben ons ook geholpen met al het papierwerk. We willen alle voorzieningen die ons en de vele andere vluchtelingen hebben geholpen heel hard bedanken.”