Wat nu met de kinderopvang?

Printervriendelijke versiePDF version

De kinderopvang beeft al een hele week op haar grondvesten. Een baby van amper 6 maanden heeft het leven gelaten. Het kleine meisje heeft een hersentrauma opgelopen in een Gentse kinderopvang en overlijdt korte tijd later in het ziekenhuis. De vader van de zaakvoerster wordt door de onderzoeksrechter aangehouden omwille van opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. De zaakvoerster kondigt aan dat ze definitief de deuren sluit van haar kinderdagverblijf.

Dat zijn de verschrikkelijke feiten. Het is een drama dat nauwelijks te bevatten valt. Een kind is gestorven, een gezin heeft haar dierbaarste geschenk verloren. Een nachtmerrie is werkelijkheid geworden. Al snel blijkt dat er al sinds 2016 signalen zijn dat er zaken grondig fout lopen in de kinderopvang. En niet alleen dan, ook in de jaren erna volgen er nog meer klachten. Het gaat bovendien over zeer ernstige zaken: fysiek geweld en mishandeling. Vreemd genoeg leiden die feiten nooit tot een sluiting.

Bevoegd minister van Welzijn Wouter Beke komt in allerijl met een plan op de proppen. Inspectieverslagen worden openbaar gemaakt en er komt een lijst met voorzieningen die onder verhoogd toezicht staan. Het is een belangrijke stap naar meer transparantie. Ouders hebben het recht om te weten wat er goed en fout loopt binnen een voorziening. En dan gaat het natuurlijk in de eerste plaats om de veiligheid en de pedagogische kwaliteiten van een opvang. Verder menen we dat die verslagen niet alleen makkelijk toegankelijk moeten zijn, ze dienen ook helder en duidelijk te zijn voor alle ouders. En komen er wantoestanden aan de oppervlakte, dan dienen die kordaat aangepakt te worden, zonder aarzelen en met de nodige opvolging. Het belang van het kind staat altijd voorop.

Toch is de kinderopvang geen sector die, zoals sommigen beweren, volledig vierkant draait. Verhalen als dat van afgelopen week zijn, gelukkig maar, een extreme uitzondering. Al is er natuurlijk ruimte voor verbetering. Als Vlaams Welzijnsverbond ijveren we al jaren voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector. Wie zorg draagt voor kinderen, hen pedagogisch begeleidt, vervult een ontzettend belangrijke rol in onze maatschappij. Toch krijgen heel wat kinderbegeleiders geen loon naar werk. De intrede van pedagogische ondersteuners is een belangrijke stap, maar ook de vele andere medewerkers in de kinderopvang, verdienen meer erkenning, en een beter loon.

Meer erkenning maakt de job ook aantrekkelijker voor (zij-)instromers. De schreeuw om meer collega’s binnen de kinderopvang is niet nieuw, en zou bovenaan elke prioriteitenlijst moeten staan. Dat is niet alleen cruciaal in het kader van het verlagen van de begeleider-kindratio, die extra handen zijn ook even belangrijk om ervoor te zorgen dat er méér opvangplaatsen komen. Want dat beperkt aanbod is ook waar het schoentje wringt. Zo hebben ouders meer keuze en kunnen ze hun zoon of dochter toevertrouwen aan een opvangplek die volledig hun voorkeur geniet.

De kinderopvang is een sector die lang niet altijd de waardering krijgt die hij verdient. Vlaanderen telt vandaag ruim 6.600 opvanginitiatieven. Met 20.000 medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven om kinderen de allerbeste zorg te geven. De afgelopen dagen hebben die medewerkers een rollercoaster van emoties doorgemaakt. Van droefenis tot woede, van ontgoocheling tot frustratie. Wij willen hen via deze weg een hart onder de riem steken. Wat zij elke dag doen, is het mooiste wat er is. Mee het verhaal schrijven van onze kinderen, onze toekomst.