Type | In de kijker |
Publicatiedatum03.07.2025 |
Moet alleen de industrie de klimaatdoelen halen?


Voka eist dat alle Europese klimaatmiddelen in Vlaanderen naar de industrie gaan (DS 29 juni). Niemand betwist dat de Vlaamse industrie voor een grote klimaatuitdaging staat. Dat daarvoor niet alleen naar de industrie zelf gekeken wordt, maar ook naar de belastingbetaler, begrijpen we. Maar de industrie is niet de enige sector met noden. Ook sociale ondernemingen kampen met huizenhoge uitdagingen om de energiedoelstellingen te halen. Zonder ondersteuning is dat niet haalbaar in sectoren die nu al op hun tandvlees zitten.
In de vorige regeerperiode werden de middelen uit het Vlaamse klimaatfonds – grotendeels gespijsd met opbrengsten uit de Europese emissiehandel ETS1 – vooral ingezet voor twee doelen. Energie-intensieve bedrijven werden ermee gecompenseerd voor indirecte emissiekosten (kosten die zij betalen voor de CO₂-uitstoot die ontstaat bij de productie van de elektriciteit die ze aankopen), maar ook in andere sectoren werd het Vlaamse klimaatbeleid met middelen uit dat fonds gefinancierd. Onder dat tweede luik vielen onder andere steunmaatregelen voor sociale ondernemingen in gezondheidszorg, welzijn, jeugdhulp, vrije tijd en cultuur. Ook zij staan voor een zware klimaatuitdaging. De Vlaamse overheid rekent hen onder de brede noemer ‘publieke organisaties’ en verwacht van hen dat ze – net zoals de overheid zelf – een voorbeeldfunctie opnemen. Dat betekent dat ze zelfs aan strengere normen moeten voldoen dan ondernemingen in de profitsector. Het is dan ook onaanvaardbaar dat sociale ondernemingen structureel minder steun zouden ontvangen dan privébedrijven.
De gezondheidssector, bijvoorbeeld, is verantwoordelijk voor 5 procent van de nationale uitstoot van broeikasgassen. Zonder extra overheidssteun is de noodzakelijke decarbonisatie daar onmogelijk. Ziekenhuizen, woonzorgcentra en kinderopvanginitiatieven kunnen zich dan niet wapenen tegen de stijgende kosten van de (terechte) CO₂-heffing op fossiele brandstoffen, die vanaf 2027 via ETS2 wordt ingevoerd. Afgaande op recente studies kunnen de jaarlijkse meerkosten voor energie in de Vlaamse gezondheidssector alleen al vanaf 2027 oplopen tot 37,6 miljoen euro. Kunnen we echt verwachten dat die sectoren die kosten alleen dragen of ze doorrekenen aan de patiënten?
De Vlaamse regering moet oog hebben voor alle sectoren in de klimaattransitie. Sociale ondernemingen nemen hun verantwoordelijkheid op, vaak tegen zwaardere voorwaarden dan andere sectoren. Als we willen dat ze een geloofwaardige klimaatbijdrage blijven leveren, dan is een faire en evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen cruciaal. Sociale ondernemingen willen voluit de schouders zetten onder de noodzakelijke energietransitie, maar de zorg voor onze ouderen, kinderen en zieken komt in het gedrang als de Vlaamse regering werkelijk van plan is om ondersteuning voor transitiemaatregelen voor te behouden aan de industrie.
Ingrid Lieten, voorzitter Verso, werkgeversfederatie van sociale ondernemingen.