Buitenschoolse kinderopvang, jeugdhulp en gehandicaptensector vragen dringend overleg over veiligheidsmaatregelen en financiële impact verlenging herfstvakantie

Printervriendelijke versiePDF version

Het Vlaams Welzijnsverbond, het netwerk van 750 initiatieven in kinderopvang, jeugdhulp en ondersteuning personen met een handicap, vraagt dringend overleg over de impact van de verlenging van de herfstvakantie op de buitenschoolse kinderopvang, jeugdhulp en gehandicaptensector. Wij willen hier zeker onze verantwoordelijkheid nemen”, zegt directeur Hendrik Delaruelle. “Maar dit had veel vroeger beslist en gepland moeten worden en men had dit niet alleen met de onderwijssector, maar ook met kinderopvang, jeugdhulp en de gehandicaptensector moeten overleggen. Nu moeten we snel rond de tafel zitten om te kijken hoe we dit op een veilige manier kunnen organiseren en welke financiële impact de verlenging heeft voor de initiatieven in de buitenschoolse kinderopvang.”

 

Het Vlaams Welzijnsverbond vraagt dat er duidelijkheid komt over drie belangrijke uitdagingen: veiligheid, personeelsinzet en financiële impact. Er moet duidelijkheid komen over veiligheidsmaatregelen. Kinderen blijven op school in klasbubbels. Als die kinderen nadien naar de kinderopvang gaan, kan dat ook zo georganiseerd worden. Maar op 9 en 10 november zal de bezetting vermoedelijk veel lager zijn en zal men uit bepaalde klassen misschien maar enkele kinderen over de vloer krijgen. Dan moeten bubbels toch weer gemengd worden. Vervolgens komen de kinderen op donderdag terug in hun klasbubbel, terwijl ze tijdens de verlengde herfstvakantie in verschillende jeugdkampen en/of kinderopvanglocaties zijn geweest. Het Vlaams Welzijnsverbond vraagt zich af of dat de bedoeling was van deze vakantieverlenging.

Voor de jeugdhulp en voorzieningen voor mensen met een handicap zorgt dit voor een extra belasting. Kinderen die op 9 en 10 november op school zouden zitten, blijven nu voltijds in de voorziening. Dat betekent dat op zeer korte termijn extra personeel moet ingezet worden, in een sector waarin medewerkers al maanden over hun grens gegaan zijn om alle jongeren, ook in lockdownperiode, bij te staan met afstandsonderwijs en huiswerkbegeleiding.

Initiatieven zullen extra personeel moeten oproepen. Op zich is dat niet onmogelijk, maar de tijdsspanne om dit georganiseerd te krijgen, is wel heel kort. Bovendien hebben we geen zicht op de mogelijke bezetting in de kinderopvang. Ouders moeten zich nu ook snel herorganiseren om die twee dagen te overbruggen. Dat maakt het moeilijk om personeelsinzet goed in te plannen. Bovendien krijgen de drie sectoren te maken met uitval wegens ziekte en afwezigheid wegens quarantaine, waardoor het niet voor elke voorziening mogelijk zal zijn om bijkomend personeel te vinden. Dat moet snel uitgeklaard worden.

Over de financiële impact komen veel vragen vanuit de kinderopvang. De compensatieregeling voor kinderopvang liep af eind september. Nu is er enkel nog compensatie voorzien als initiatieven volledig moeten sluiten. Maar wat als opvang op 9 en 10 november moet open blijven aan een veel lagere bezetting? Krijgt men daarvoor dan compensatie? Dat zijn vragen die dringend een antwoord moeten krijgen.

“Onze kinderbegeleiders en medewerkers in de jeugdhulp en voorzieningen voor mensen met een handicap staan klaar om kinderen en jongeren in veilige omstandigheden op te vangen en gezinnen te ontlasten”, zegt Hendrik Delaruelle. “Daarom willen we snel rond de tafel zitten met de Vlaamse regering. Wij hebben trouwens op 21 september in de coronacommissie nog een oproep gedaan tot meer overleg tussen onderwijs enerzijds en kinderopvang, jeugdhulp en voorzieningen voor mensen met een beperking anderzijds.”