DE
FACTO

E-magazine De Facto, jg. 16, nr. 127, 28 mei 2014

Onderwijs zet een stapje naar meer inclusie voor personen met een handicapVSKO en Vlaams Welzijnsverbond werken samen omtrent sociale stages! In april en mei legt elke vogel een eiProse en Pods voor duurzame integrale kwaliteitszorgSectorale vertegenwoordiging gezocht in adviesgroepen RTCColofon



ONDERWIJS ZET EEN STAPJE NAAR MEER INCLUSIE VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

 

Op 12 maart 2014 werd het decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften of kortweg het M-decreet goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dat decreet zorgt ervoor dat leerlingen met een beperking meer in het gewoon onderwijs terechtkunnen.


M-decreet

Iedereen heeft recht op inschrijving in een gewone school. Voor kinderen met een inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs die in een gewone school willen inschrijven, moet uit overleg met de betrokken partijen blijken dat de aanpassingen die de school moet doen proportioneel zijn. Een gewone school zal bij de doorverwijzing naar een school voor buitengewoon onderwijs moeten aantonen dat de genomen maatregelen disproportioneel of onvoldoende zijn, dat het zorgcontinuüm doorlopen werd zijn en dat buitengewoon onderwijs noodzakelijk is. 

Type 1 en type 8 worden vanaf 1.9.2015 geleidelijk omgevormd tot het type basisaanbod. Elke twee jaar wordt herbekeken of de leerling kan terugstromen naar het gewoon onderwijs.  Het bestaande type 2 krijgt een strikte IQ grens van kleiner of gelijk aan 60. 

Het M-decreet wil een antwoord bieden op de afwezigheid van een passend onderwijstype voor leerlingen met autismespectrumstoornissen (ASS).  Daarom voert het decreet bijkomend het type 9 in dat bedoeld is voor leerlingen met ASS die geen verstandelijke beperking hebben (=IQ >60). 

Zowel de invoering van het nieuwe type 9 als het samenvoegen van type 1 en 8 tot het basisaanbod zullen een effect (populatie, leerlingenvervoer) hebben bij voorzieningen en scholen die nauw samenwerken. 

Het M-decreet is slechts kleine stap in de uitvoering van het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap. Op lange termijn moet een concept zoals het vervat zat in het voorontwerp van decreet leerzorg een passender antwoord kunnen bieden. 

INFO: Evelien Devriese, 02 507 01 28


VSKO EN VLAAMS WELZIJNSVERBOND WERKEN SAMEN OMTRENT SOCIALE STAGES!

Een sociale stage heeft als hoofddoelstelling de wederzijdse ontmoeting van leerlingen met leerlingen van andere doelgroepen of met jongeren en volwassenen met wie ze spontaan minder in contact komen. Het accent ligt hier op het ‘samen zijn’, op het leren kennen en waarderen van de ander. Soms is het aangewezen een gratuite dienst te verlenen. (VSKO, Sociale stage, leren zich belangeloos inzetten, 2008)

Wat is een sociale stage concreet?

In veel katholieke scholen worden projecten gerealiseerd die kaderen binnen sociale stage. Veel welzijnsvoorzieningen bieden leerlingen de kans om mensen van andere doelgroepen te ontmoeten en soms iets voor hen te doen. Het gaat hierbij om inleefdagen, of voor een bepaalde periode enkele uren per week. Met het begrip sociale stage doelen we dus niet op de leerlingenstages die u aanbiedt aan leerlingen uit studierichtingen Jeugd- en gehandicaptenzorg, leefgroepenwerking edm.

Bevraging

Het VSKO en het Vlaams Welzijnsverbond willen met deze vragenlijst een indruk krijgen van het aantal voorzieningen dat in het kader van de sociale stage leerlingen ontvangt. Wij zijn ook geïnteresseerd in de vorm, inhoud, frequentie en het aantal leerlingen dat betrokken is bij deze projecten.
Door een beter zicht te krijgen op de huidige stand van zaken, leren we onder welke voorwaarden sociale stage zowel voor de leerling als voor de voorzieningen een meerwaarde kan betekenen. Zo hopen we in de toekomst de samenwerking tussen scholen en voorzieningen te bevorderen.

INFO: Fanny De Langhe, 02 507 01 39

 



IN APRIL EN MEI LEGT ELKE VOGEL EEN EI …

 

En ook de redactie van het Tijdschrift voor Welzijnswerk heeft in april een mei zijn ‘ei’ gelegd in de vorm van een nieuw nummer. We geven hieronder een overzicht van de inhoud.

April 2014

In het nummer 338 van maart-april 2014 ging Fons GEERTS in zijn edito in op “De ‘gestuurde’ revival van de buurt. Het ei van Columbus of de nieuwe naïviteit?”
Daarna is het de beurt aan Hans VAN EWIJK, spreker op het colloquium ‘Sociaal Werk Verbindt’ op 6 februari 2014. Hij karakteriseert “De professionaliteit van de sociaal werker” als “Meervoudig verbinden in sociale complexiteit.”
Lieve VANDERLEYDEN en Dirk MOONS van de Studiedienst van de Vlaamse Regering staan stil bij de “Verschillen in zorggedrag en zorgverwachtingen tussen migranten en Belgen”. Al verschillen de verwachtingen, toch blijkt het feitelijk zorggedrag niet beïnvloed te worden door de herkomst.
Tine VANTHUYNE en Sven DE VISSCHER van de Vakgroep Sociaal Werk van de Hogeschool Gent bieden “Bouwstenen voor buurtgericht werken”, en zoeken daarbij “Verkenning en inspiratie vanuit praktijken van buurtgericht werken bij woonzorgcentra.”
Verder nemen we een tekst op “Ter overweging”: Ann GAUBLOMME, algemeen directeur van Centrum Ganspoel, stelt: “Het leven is geen competitie… en mensen zijn geen concurrenten.”
Tenslotte plaatsen we enkele cijfers en tendensen “In de kijker” rond “Mensen met een arbeidshandicap aan werk helpen.”

Mei 2014

In het nummer 339 van mei 2014 was er een edito met als titel: “Nieuwe actoren in de zorg: een weldaad voor de sector of zal de geschiedenis zich herhalen?” Hierin gaat Fons GEERTS in op de commercialisering van de (geestelijke gezondheids)zorg.
In de eerste bijdrage “Ondubbelzinnig kiezen voor erkenning” wordt ingegaan op publieke excuses van het Vlaams Parlement en de welzijnssector voor de slachtoffers van historisch misbruik.
Over “Sociale zekerheid en migratie in België” is het laatste woord nog niet gezegd. In hun bijdrage spreken Ninke MUSSCHE, Vincent CORLUY en Ive MARX van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck over de “paradoxale situatie van inclusie en armoede”.
Hilde SCHOCKAERT, directrice van Kinderdagverblijf Mezennestje uit Aalst, schetst in haar artikel over “Het Opstapje” hoe “Toegankelijke kinderopvang, een recht voor iedereen is, of hoe de sociale functie van de kinderopvang doelmatig kan worden ingezet in de strijd tegen (kans)armoede.”
Tenslotte kijken we even over de grenzen met een bijdrage van Diane LUYTS (vzw Stijn) over vrijwilligerswerk in het buitenland, dat gefaciliteerd wordt vanuit de voorziening in Vlaanderen, nl. het project “CORAZONES UNIDOS” in Nicaragua.

Informatie?

Een los nummer van het Tijdschrift kost 7,01 euro en kan via mail besteld worden bij Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33.
Voor inhoudelijke bijdragen neemt u contact op met Fons Geerts, tel. 02 507 01 29.

 


PROSE EN PODS VOOR DUURZAME INTEGRALE KWALITEITSZORG

PROSE is een instrumentarium waarmee voorzieningen een kwaliteitszorgsysteem kunnen uitbouwen. Na de versie voor Zorg & Welzijn (o.a. voor revalidatie en zorg voor personen met een beperking) is in 2005 een specifieke versie ontwikkeld voor de bijzondere jeugdbijstand, in samenwerking met de drie koepelorganisaties. Het werd toen benoemd als één van de drie meest geslaagde maatschappelijke projecten die met steun van Cera Foundation ooit zijn gerealiseerd.

PROSE

PROSE is inmiddels sterk geëvolueerd en gebruikt bij verschillende projecten in België en in het buitenland. De diagnostiek via gestandaardiseerde bevragingssets voor zelfevaluatie en tevredenheidsmeting werd aangevuld met een methodologie voor prioritering, beheer en opvolging van verbeterprojecten en beheer en opvolging van kwaliteitsindicatoren. Het PROSE Online Diagnostics & Documenting System (PODS 2.0) biedt de mogelijkheid om met verschillende personen online samen te werken aan een volledig kwaliteitszorgsysteem. De toepassing van PROSE is in 2013 geselecteerd als example of best practice door de European Organization for Quality (EOQ).

PROSE biedt bevragingssets aan in een groepering volgens de EFQM-aandachtsgebieden, alsook een EFQM Quickscan, maar biedt ook méér. Het is een integratie van verschillende modellen en invalshoeken. Zo worden bijvoorbeeld externe kwaliteits- en accreditatiekaders geïntegreerd die sectorspecifiek zijn. Ook het vernieuwde decretale kader voor de bijzondere jeugdbijstand wordt in PROSE geïntegreerd. Itemlijsten en de sjablonen voor diagnose, prioritering en actieplanning zijn in pdf-vorm beschikbaar en kunnen dus ook als papieren versie gebruikt worden. Op het online platform zijn echter veel meer gebruiksmogelijkheden beschikbaar. Het geeft rijkere diagnoses en is ook efficiënter. Het toepassen van diagnoses levert automatische indexen op die je als een balanced scorecard kunt hanteren. De PDCA-cyclus is geïntegreerd in de itemlijsten én in de projectbeheersjablonen.

Gebruikers kunnen op een veilige manier hun gegevens vergelijken met gemiddelden uit de sector via de gebruikerssite. Bovendien komen voorbeelden van goede praktijken ook op de gebruikerssite en in de nieuwsbrief. Tenslotte kunnen gebruikers zelf bladeren in de lijst met PROSE-gebruikers en hun expertise en ervaring raadplegen, zodat ze goede ervaringen kunnen uitwisselen of bij elkaar te rade gaan. PROSE-gebruikers kunnen dus aan benchmarking én benchlearning doen. PROSE was de eerste in het uitreiken van kwaliteitslabels voor integrale kwaliteitszorg, in 2004. Andere organisaties hebben zich hierop geïnspireerd. De certificering gebeurt via validatie van goede praktijken.

Ondersteuning via mail of telefoon is gratis voor leden. PROSE kan ook bepaalde zaken in dienstverlening opnemen, zoals het organiseren van een tevredenheidsmeting. Er zijn ook PROSE-experts beschikbaar voor advies en training ter plaatse. Tweemaal per jaar wordt een basisopleiding Werken aan kwaliteit aangeboden, bestaande uit 12 uren vorming. Voor de sector Gezondheid & Welzijn zijn de opleidingen 2014 geprogrammeerd op 18 en 25 juni en op 14 en 21 oktober. Meer info hierover is te vinden op www.prose.be en via info@prose.be

 


SECTORALE VERTEGENWOORDIGING GEZOCHT IN ADVIESGROEPEN RTC

RTC’s of Regionale Technologische Centra zijn netoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Ze zijn provinciaal georganiseerd en ondernemen acties op vlak van infrastructuur, leerlingenstages/-opleidingen en bedrijfsstages/nascholing voor leerkrachten. RTC’s stellen in deze acties een projectmatige en procesgerichte aanpak voorop. Concreet betekent dit dat RTC’s hun werking toespitsen op het uitwerken van projecten, die vervolgens, na het doorlopen van een participatief besluitvormingsproces, worden opgenomen in het Jaaractieplan.

Noden definiëren en projecten realiseren

Eén van de belangrijke actoren in dit besluitvormingsproces zijn de adviesgroepen per studiegebied. Deze werkgroepen helpen mee om de huidige projecten te evalueren en bij te sturen waar nodig en om concrete noden te definiëren en nieuwe projecten te realiseren. Elke adviesgroep bestaat uit een netoverschrijdende vertegenwoordiging van het onderwijs enerzijds en de betrokken sector anderzijds. Op die manier is het Jaaractieplan van elk RTC gebaseerd op de reële behoeftes en opportuniteiten die zowel bij het onderwijs als op de arbeidsmarkt leven.

De adviesgroepen personenzorg kennen momenteel een beperkte vertegenwoordiging van de sector, waardoor de huidige projecten vooral gebaseerd zijn op vragen vanuit het onderwijs. De medewerkers Onderwijs-Arbeidsmarkt van VIVO hebben de vergaderingen in de verschillende provincies onder elkaar verdeeld, maar in naam van de RTC’s vragen zij voor een sterkere vertegenwoordiging vanuit het werkveld.

Zin om deel te nemen?

Voelt u zich geroepen om de sector te vertegenwoordigen in de adviesgroep personenzorg in uw provincie, en driemaal per jaar deel te nemen aan dit overleg?  Stel u dan nu kandidaat. Geef bij uw kandidatuur ook aan welke deelsector u vertegenwoordigt en voor welke provincie u zich kandidaat stelt. U zal dan door de RTC-consulent personenzorg in uw provincie gecontacteerd worden met meer informatie.
U geeft uw gegevens door aan VIVO via één van volgende emailadressen:
bvo@vivosocialprofit.org , vn@vivosocialprofit.org of tw@vivosocialprofit.org. VIVO zal dan het  betrokken RTC inlichten.

INFO: 02 250 37 77



Colofon
De Facto is een gratis nieuwsbrief van het Vlaams Welzijnsverbond vzw en verschijnt minstens 10 maal per jaar.
Alle leden en andere geïnteresseerden kunnen inschrijven op deze elektronische nieuwsbrief en kunnen zich ook ten allen tijde uitschrijven door een mailtje te sturen naar onderstaand e-mailadres.
Eindredactie: Fanny De Langhe en Frank Cuyt
Verantwoordelijk uitgever: Jan Renders
Vlaams Welzijnsverbond, Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. 02 511 44 70, fax 02 513 85 14, e-mail: post@vlaamswelzijnsverbond.be