DE
FACTO

E-magazine de facto, jg. 13, nr. 95, 8 juli 2011

Vlaamse politici maken een Maatschappelijke beleidsnota Jeugdzorg. Wat doet de regering?Conceptnota voor nieuwe regelgeving over pleegzorg in VlaanderenVlaams Welzijnsverbond neemt deel aan de Dag van de ZorgEindelijk een raadgevend comité voor het IVA JongerenwelzijnHet Vlaams Welzijnsverbond investeert in Perspectief 2020 en start een onderzoek bij vrijwilligersorganisaties in VlaanderenUnieke studiedag over rouwzorg bij mensen met een mentale beperkingZorgzame ondernemers in de zorgVerhoging van het loonplafond sociale maribel in de sector 319.01Colofon


VLAAMSE POLITICI MAKEN EEN MAATSCHAPPELIJKE BELEIDSNOTA JEUGDZORG. WAT DOET DE REGERING?
Omwille van de vele signalen over de jeugdhulp richtte het Vlaams Parlement vorig jaar een ad-hoc commissie op met de bedoeling één en ander te onderzoeken. Deze commissie moest op zoek gaan naar maatschappelijk verklaringen voor de voortdurende stijgende instroom van jongeren in de jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Nu heeft deze commissie haar maatschappelijke beleidsnota neergelegd. Op 5 juli bespreekt de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement de moties die op basis hiervan worden ingediend.

Maatschappelijke beleidsnota Jeugdzorg

De voorbije winter werden 25 hoorzittingen gehouden over de problematiek van de instroom naar de jeugdzorg toe. Eind juni rondde deze commissie deze fase van werkzaamheden af door het formuleren van een Maatschappelijke beleidsnota Jeugdzorg.
De nota geeft een samenvattend beeld over cijfergegevens, wetenschappelijke inzichten en ervaringen uit het werkveld. De krachtlijnen die uit dit alles  bij wijze van besluit werden getrokken zijn de basis voor parlementaire besluitvorming!

Aanzetten tot oplossingen
In de beleidsnota zijn enkele aanzetten tot oplossingen te vinden op maatschappelijk niveau. Ze geven aan dat Vlaanderen niet alleen nood heeft aan meer, maar ook aan een andere jeugdzorg. De beleidsdomeinen welzijn, onderwijs, vorming, tewerkstelling, wonen, ruimtelijke ordening, sport en cultuur moeten aan een positief ondersteunend klimaat werken. Daarvoor moeten zij een duidelijke en gemeenschappelijke visie onderschrijven. Ze wijzen op een bevoegdheidsoverschrijdende samenwerking op lokaal, Vlaams en federaal niveau.

Sectorale verkokering beletten nu in een aantal gevallen wenselijke samenwerking o.a. tussen de bijzondere jeugdzorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. Overleg is hier nodig. Tegelijkertijd klinkt een pleidooi om de overheidsmiddelen efficiënt te gebruiken.

Eveneens is het belangrijk om het huidige aanbod aan opleidingen te versterken, wat betekent dat de opleidingen in de eerste plaats voldoende generalistisch moeten zijn. In de tweede plaats moet er ook nagedacht worden over de mogelijke inrichting van BaMa’s of ManaMa’s waarin jonge mensen een gespecialiseerde opleiding krijgen.

Daarnaast wenst men ook meer zicht te krijgen op de wijze van doorverwijzen.

Verder in de beleidsnota worden ook enkele aanzetten tot oplossing gegeven op niveau van de hulpverlening. Zo wenst men een versterking van de rechtstreeks toegankelijke hulp en het ‘voorveld’. De verschillende experts wijzen in de nota ook op het belang van preventie.

Eveneens wordt gewezen op het feit dat de hulpvraag van de jongere en zijn omgeving zo breed mogelijk in kaart moet gebracht worden, zonder eerst een diagnose te stellen en een etiket te kleven. Men moet vanuit de hulpvraag vertrekken en eerste hulpverlening aanbieden zonder diagnose. Verschillende experts promoten hiervoor de ‘ronde tafel’ of ‘netwerktafel’, waar alle betrokkenen vanuit hun verschillende posities samen reflecteren over probleemdefiniëring, voorbije begeleiding en verwachtingen. Daarnaast zijn alle deskundigen het eens dat de contextgerichte werking moet bevorderd worden en pleiten verschillende experts en getuigen voor een trajectbegeleider. Deze is een coach die de jongere op lange termijn ondersteunt. Op deze manier vermijd je twee problemen: de jongere moet niet telkens opnieuw het hele verhaal doen en hij loopt minder risico op herval en verzwaring van de problematiek. Iedereen in de commissie benadrukte eveneens het belang van meer ambulant werken en van meer ondersteuning van het personeel.

Nieuwe initiatieven moeten ondersteund worden, maar dat betekent dat er budget moet zijn voor proeftuinen om nieuwe initiatieven een kans te geven. Goedlopende en langdurende projecten moeten decretaal worden verankerd. De overheid moet ook specifieke beleidsmaatregelen nemen met het oog op een aantal doelgroepen (bv: kinderen in armoede, jongeren uit allochtone gezinnen,…).

Tenslotte geven enkele experts nog aan dat de pleegzorg versterkt moet worden. Opvang in pleeggezinnen is vaak efficiënter dan residentiële opvang.

U kan deze nota (112 blz.) van 16 juni 2011 raadplegen via deze link.

We kijken nu uit naar de parlementaire conclusies en waarderen alvast de aandacht van vele Vlaamse politici. Het woord is nu aan de Vlaamse regering.

INFO: Jan Bosmans, tel. 02 507 01 24


 


CONCEPTNOTA VOOR NIEUWE REGELGEVING OVER PLEEGZORG IN VLAANDEREN

De indieners van de conceptnota, mevrouw Katrien Schryvers, mevrouw Vera Jans en de heer Tom Dehaene, willen een open debat over de plaats van pleegzorg in Vlaanderen. De nota wil de aanloop vormen voor een decreet dat een versterkte uitbouw van pleegzorg garandeert. Tegelijk legden de indieners in deze nota hun mogelijke oplossingen op tafel voor de burger- en sociaalrechtelijke vraagstukken bij pleegzorg. Hieronder vindt u kort enkele aandachtspunten.


Pleegzorg
Pleegzorg wordt in de conceptnota gedefinieerd als een vorm van hulpverlening waarbij (een) pleegouder(s) onder  begeleiding van een daartoe erkende dienst voor pleegzorg en tegen een vergoeding, een pleegkind en/of pleeggast tijdelijk opneemt of ondersteunt. Pleegzorg is een algemene werkvorm die in 4 types kan worden ingedeeld: de ondersteunende pleegzorg, de perspectiefzoekende pleegzorg, de perspectiefbiedende pleegzorg en de behandelingspleegzorg. In de nota wordt pleegzorg eveneens vanuit een internationaal perspectief belicht.

Bestaande aanbod van pleegzorg
Pleegzorg wordt in meerdere sectoren van de welzijns- en gezondheidszorg aangeboden, waardoor meerdere agentschappen hierbij betrokken zijn. Pleegzorg komt voor bij Kind en Gezin, in de bijzondere jeugdbijstand (IVA Jongerenwelzijn), in de ondersteuning van personen met een handicap (IVA VAPH) en in de geestelijke gezondheidszorg (EVA OPZ Geel).

Aandachtspunten en (mogelijke) acties voor de pleegzorg
Men wil pleegzorg meer bekend maken bij hulpverleners en bij de bevolking in het algemeen. In een reeds eerdere door het parlement aangenomen resolutie, wordt pleegzorg al als eerste keuze naar voor geschoven bij uithuisplaatsing voor kinderen onder de zes jaar. Deze keuze wordt bevestigd in het Vlaams regeerakkoord en de beleidsnota van minister Vandeurzen. 

De nota stelt een specifieke motiveringsplicht voor verwijzers voor wanneer zij wensen af te wijken van dit principe. De regelgeving omtrent de te ontwikkelen toegangspoort voor de integrale jeugdhulp zou dit moeten voorzien.

Voor de indieners is het stimuleren van de betrokkenheid van de ouders en het streven naar participatie in de besluitvorming bij de plaatsing in een pleeggezin een belangrijk aandachtspunt. In die zin vragen zij bijvoorbeeld dat netwerkpleegzorg structureel ondersteund kan worden door de methodiek van het Familie Netwerk Beraad (FNB). Het spreekt daarenboven voor zich dat de rechtspositie van het pleegkind moet sporen met het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp. Er moet over gewaakt worden dat een pleegkind apart gehoord wordt.

In heel wat andere Europese landen neemt pleegzorg een prominente plaats in het zorgaanbod in. Ook in Vlaanderen zou pleegzorg aan belang kunnen winnen. Daarvoor zijn echter meer pleeggezinnen nodig, in het bijzonder voor de doelgroep van heel jonge kinderen en pubers. De bestaande acties om kandidaat-pleegzorgers te recruteren of te werven zullen worden versterkt. De indieners stellen voor om de wervende kracht van diensten voor pleegzorg te vergroten door schaalvergroting. Er wordt een caseloadnorm per pleegzorgbegeleider vastgelegd.

Enkel de gezinsondersteunende pleegzorg bij Kind en Gezin is rechtstreeks toegankelijk. Dit is niet het geval voor de pleegzorg van de bijzondere jeugdbijstand of de gehandicaptenzorg. Rechtstreeks toegankelijke pleegzorg kan een meerwaarde bieden, bijvoorbeeld om een kind gedurende een vakantieperiode te kunnen onderbrengen in een pleeggezin. De indieners overwegen om pleegzorg binnen de bijzondere jeugdzorg en de gehandicaptenzorg, voor korte en minder intensieve zorgmodules, rechtstreeks toegankelijk te maken.

Het spreekt voor zich dat voor kandidaat-pleegzorgers wordt nagegaan of ze (kunnen) voldoen als mogelijke pleegzorgers. Ze stellen eenvormigheid voorop bij de selectie van kandidaat-pleegzorgers. Daarnaast wensen de indieners een kritische doorlichting van de bestaande toezichtsmechanismen voor pleegzorg. In het kader van het aangekondigde decreet moeten de onderscheiden rollen (consulenten, diensten voor pleegzorg, en Zorginspectie) worden uitgeklaard.

Ze vragen dat pleegzorg in combinatie met een ander hulpaanbod kan worden ingezet. Pleegzorg moet zo georganiseerd worden dat op termijn een (tijdelijke) beperkte combinatie met andere complementaire werkvormen mogelijk is. Zij wensen eveneens dat er verder wordt gewerkt aan de uitbouw van crisispleegzorg, met bijzondere aandacht voor de bewaking van het tijdelijk karakter van dit type van pleegzorg. De indieners willen ook nagaan in welke mate de financiële ondersteuning van pleeggezinnen en pleeggasten in de psychiatrische gezinsverpleging kan worden opgetrokken. Verder is het een duidelijke keuze om de eigenheid van de psychiatrische gezinsverpleging in het aangekondigde intersectorale decreet te vrijwaren.

De indieners van de conceptnota buigen zich ook over de ondersteuning van de pleegzorgers en stellen dat de ondersteuning zowel immaterieel als materieel kan zijn.

Tenslotte stellen de indieners dat een intersectorale harmonisatie van pleegzorg als zorgvorm zich opdringt. Een afstemming van de verschillende vormen van pleegzorg in een decreet kan leiden tot een betere afstemming binnen het globale zorgaanbod.

Voor de volledige conceptnota (24 blz.) verwijzen wij u graag door via deze link.

INFO: Fanny De Langhe, tel. 02 507 01 39


 



VLAAMS WELZIJNSVERBOND NEEMT DEEL AAN DE DAG VAN DE ZORG
Op zondag 18 maart 2012 vindt de eerste editie van de Dag van de Zorg plaats. Het initiatief is ontstaan in overleg met het Vlaams Welzijnsverbond en andere koepelorganisaties.

Dag van de Zorg
De Dag van de Zorg wil op een positieve en assertieve manier het belang van een sterke zorg- en welzijnssector onderlijnen.

De Dag van de Zorg bestaat uit twee gecoördineerde acties: een grootschalige opendeurdag en een gezamenlijke sensibiliseringsactie met een sterke mediacampagne. Het Vlaams Welzijnsverbond wil met zoveel mogelijk leden deelnemen aan de opendeurdag. De leden ontvangen hierover binnenkort een uitnodiging van vzw Dag van de Zorg.

 


Meer informatie vindt u op www.dagvandezorg.be.


 


EINDELIJK EEN RAADGEVEND COMITE VOOR HET IVA JONGERENWELZIJN
De Vlaamse Regering keurde op 10 juni 2011 het besluit goed waarbij de leden van het raadgevend comité voor het intern verzelfstandigd agentschap jongerenwelzijn worden benoemd. Door de installatie van het raadgevend comité worden de private voorzieningen, de werknemers en de gebruikers structureel verankerd in het beleid van het agentschap jongerenwelzijn.

Samenstelling
Het raadgevend comité voor het agentschap jongerenwelzijn bestaat uit 4 gebruikersvertegenwoordigers, 4 vertegenwoordigers van voorzieningen, 4 vertegenwoordigers van werknemers uit deze voorzieningen en 6 experten. Jan Bosmans en Filip Maertens (effectief) tesamen met Leen Colemont en Ann Derijck (plaatsvervanger) vertegenwoordigen onze vereniging. Deze zijn benoemd voor een periode van 4 jaar.

Begin juli wordt dit kersverse raadgevend comité geïnstalleerd. Succes!

INFO: Eddy Van den hove, tel. 02 507 01 23
 


 


HET VLAAMS WELZIJNSVERBOND INVESTEERT IN PERSPECTIEF 2020 EN START EEN ONDERZOEK BIJ VRIJWILLIGERSORGANISATIES IN VLAANDEREN
Op 16 mei 2011 wierf het Vlaams Welzijnsverbond een projectmedewerker aan voor de sector ondersteuning van personen met een handicap en vrijwilligerswerk. Ann Degezelle krijgt de opdracht om 2 projecten uit te werken: een project rond het beleidsplan ‘Perspectief 2020’ van minister Vandeurzen en een onderzoek naar de relatie van de autonome vrijwilligersorganisaties met het Vlaams Welzijnsverbond.

Werk maken van de Perspectiefnota 2020
Het projectidee rond Perspectief 2020 kreeg concreet vorm tijdens een discussienamiddag op het sectoraal directiecomité van 9 juni laatstleden. Uit de brede waaier aan ideeën kon de hierna volgende projectomschrijving afgeleid worden.

Dit project richt zich allereerst op de verdieping van de betekenis van de paradigma-omslag, het mensbeeld en de maatschappijvisie die aan de basis liggen van de beleidsnota van de minister. Hierbij wordt extra aandacht gevraagd voor de stem en de ervaring van de gebruiker. De tweede doelstelling beoogt het informeren van de sector over Perspectief 2020 aan de hand van recente initiatieven en goede praktijken uit binnen- en buitenland. De nadruk ligt hierbij op informatie over de huidige stand van zaken in de welzijnssector en over de plannen voor de nabije toekomst. We zoeken een antwoord op vragen als: waar staan we (nu) al, wat is al concreet uitgewerkt, wat wordt in de verschillende commissies van het Vlaams Welzijnsverbond gedaan en hoe kunnen die inspanningen met elkaar verbonden worden? Tal van thema’s uit de perspectiefnota komen aan bod, waaronder het PGB experiment, de transitie van de organisatiestructuur, het burgerschapsmodel, de kernopdracht van de initiatiefnemers, de multifunctionele centra en vele andere, actuele thema’s.

In mei 2012 kunnen de leden van het Welzijnsverbond zich in al deze thema’s verdiepen op een meerdaags congres met nationale en internationale sprekers en een ruim aanbod aan goede praktijkvoorbeelden. Het project richt zich in de  eerste plaats tot directies, bestuurders en het middenkader.

Onderzoek naar de verwachtingen van de autonome vrijwilligersorganisaties

Tijdens de zomermaanden 2011 vinden gesprekken plaats met alle verbondsleden van de autonome vrijwilligersorganisaties. In deze gesprekken wordt gepeild naar de verwachtingen die deze organisaties hebben ten aanzien van het Vlaams Welzijnsverbond. Op basis van de resultaten zal nagegaan worden hoe het draagvlak voor beleidsondersteuning en -beïnvloeding kan uitgebreid worden. De verwachtingen van de leden ten aanzien van het Verbond zullen de basis vormen voor de uitdieping van de huidige werkvormen die hen sterk aanspreken. Bovendien kunnen nieuwe initiatieven uitgewerkt worden wanneer deze nood gesignaleerd wordt tijdens het onderzoek.

Aanstelling projectmedewerker
Voor de uitwerking van beide projecten werd Ann Degezelle als projectmedewerker aangesteld. Zij werkte de voorbije 15 jaar in de sector personen met een handicap als psycholoog en projectmedewerker methodiekontwikkeling bij de West-Vlaamse Consultatiebureaus. Zij zal het team voor 16 maanden vervoegen in een deeltijdse functie.

INFO: Ann Degezelle, tel. 02 507 01 34


 


UNIEKE STUDIEDAG OVER ROUWZORG BIJ MENSEN MET EEN MENTALE BEPERKING
Op donderdag 13 oktober 2011 organiseren Kerk onder stroom en DNGW (Dienst Navorming voor Gezondheids- en Welzijnsvoorzieningen – Caritas Antwerpen) in samenwerking met het Vlaams Welzijnsverbond een studiedag rond rouwzorg. We kijken daarbij naar mensen met een mentale beperking en hun rouwproces.

Programma
In de voormiddag leiden twee sprekers het thema in. Koen Trappeniers vertelt hoe je met zorg mensen met een handicap nabij kan zijn in hun omgang met dood- en verlieservaring. Hij omschrijft hoe je die zorgzaamheid met professionaliteit kan verbinden. Aansluitend verkent Jos Marien hoe het christelijke verhaal een extra perspectief kan geven aan de gezamenlijke rouwarbeid, die vanuit een diep vertrouwen mensen kan teruggeven aan zichzelf. In een overgang naar de namiddag getuigen Tim De Borger en Katrien Lenaerts (bewoners van De Stappe – Katrinahome) over hoe zij naar dood en verlies kijken.

Na de middag bieden we veertien werkwinkels aan die zich richten tot de verschillende hulpverleners. Er is aandacht voor de rouwzorg binnen een voorziening, in een gezin en in de pastorale context.
-    Rouw vieren … het kan (Ann Joris - Pulderbos)
-    Christelijke rouwzorg binnen een voorziening (Jef Goethals – Melle)
-    Praten over dood gaan en rouwen met volwassenen met een verstandelijke handicap (Ilke van der Geest – Mechelen)
-    Zien is geloven: samen op weg met onze mensen (Josée Cools - Balen)
-    Het levensboek van … (Griet van Eynde – Houthulst Klerken)
-    Doodgewoon … of toch anders? (Luc Van Gils - Antwerpen)
-    De Stille Bron, een herdenkingsplek voor overledenen (Pierre Breyne - Gits)
-    Verhalen van verdriet (An Bellemans – Oosterlo)
-    Hoe lang duurt dood zijn? (Ria Toelen – Merksplas)
-    Uitvaartzorg en mensen met een mentale beperking (Steven Verstappen – Geel/Merksplas)
-    Diversiteit en rouwzorg: kans op ont-moeting. Rouwzorg voor familieleden van allochtone personen met een mentale beperking (Herman Vanarwegen - Ranst)
-    Palliatieve zorg (Nancy Berden – Pallion en Carine Ogiers – Wit-Gele Kruis)
-    Kinderen met een mentale beperking begeleiden in het rouwproces (Marcel en Hilde de Bakker – ervaringsdeskundigen)
-    Dood is doodgewoon. Systematische scholing over dood en rouwen aan leerlingen uit het BuSO type 2 (Johan Van Holderbeke – BuSO Sint-Juliaan/School aan de Waterkant)

Praktische informatie
De doelgroep van deze studiedag richt zich op professionelen, familieleden, pastores en alle betrokkenen bij mensen met een mentale beperking. Deze studiedag gaat door op donderdag 13 oktober 2011, van 9 tot 17 uur in het Theologisch en Pastoraal Centrum, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen. De deelnameprijs bedraagt 35 euro. De studiedag wordt georganiseerd door DNGW (www.inspiratiezorg.be), Vlaams Welzijnsverbond en Kerk Onder Stroom (www.kerkonderstroom.be).

Meer informatie zal u binnenkort op onze website vinden.

Van harte welkom!

INFO: Christa Damen, tel. 0474 894 164


 


ZORGZAME ONDERNEMERS IN DE ZORG
Binnenkort ontvangen de abonnees van het Tijdschrift voor Welzijnswerk het themanummer (jg. 35, nr. 317, juli 2011) over “Zorgzame ondernemers in de zorg” in hun brievenbus. Dit themanummer sluit aan op het gelijknamige advies van de Ethische Commissie van het Vlaams Welzijnsverbond.

Het zesde ethisch advies van het Vlaams Welzijnsverbond

Na het edito, waar u hier een link naar vindt, wordt de integrale tekst van het zesde advies opgenomen. Het advies over “Zorgzame ondernemers in de zorg. Over managementaspecten en leiderschapsstijl in welzijnsorganisaties” bevat twee delen: het eigenlijke advies met zijn vijf hoofdstukken (de maatschappelijke opdracht van welzijnsvoorzieningen, het belang van visies en waarden, zorgzaam leiding geven, zorgzaam omgaan met medewerkers en zorgzaam omgaan met middelen) en de voorstelling van een model van ethische doorlichting of audit. Het advies werd goedgekeurd op de Raad van Bestuur van het Vlaams Welzijnsverbond op 23 februari 2010 en voorgesteld op een studiedag op 27 oktober 2010.

Achtergrondartikels
De bijkomende artikels zijn gebaseerd op tussenkomsten op de studiedag. Eerst geeft Yvonne Denier van Zorgnet Vlaanderen “Reflecties vanuit ethisch-economisch perspectief” op het advies. Daarna stelt Dirk Dalle van Hefboom in een interview: “De welzijnssector heeft meer sociaal ondernemerschap nodig.” Raf De Rycke van de Broeders van Liefde schetst in zijn bijdrage “Hoe een leiderschapscharter kan bijdragen tot zorgzaam leiding geven.” Willy Verbeek en Paul Caes stellen met Inclusie Invest CVBA-SO “een nieuwe ondernemingsvorm voor zorgzame ondernemers in de zorg” voor. Ten slotte bieden Fanny De Langhe en Fons Geerts enkele aandachtspunten mee rond het werken met een ethische audit.

Het Tijdschrift bevat verder nog de rubrieken Ethiek en zingeving, Kort genoteerd, Publicaties en Agenda.

Een los nummer bestellen of een bijdrage doorgeven?
Wie niet geabonneerd is op het Tijdschrift kan een los nummer aanvragen (losse themanummers kosten 11,44 euro) via een mailtje aan Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33.

Wie een bijdrage voor het Tijdschrift (een langer artikel, een inhoudelijke reactie of een aankondiging) wil doorgeven, kan hiervoor terecht bij Fons Geerts, tel. 02 507 01 29.

INFO: Fons Geerts, tel. 02 507 01 29


 


VERHOGING VAN HET LOONPLAFOND SOCIALE MARIBEL IN DE SECTOR 319.01
Voor het jaar 2011 waren bijkomende middelen voorzien voor de sociale maribel. Het ging ditmaal om een beperkt bijkomend budget. De sociale partners van het fonds sociale maribel 319.01 hebben onderhandeld over de verdeling van deze bijkomende middelen. Vakbonden wensten met deze middelen vooral jobs te realiseren. Het Vlaams Welzijnsverbond zette nadrukkelijk in op de verhoging van het loonplafond.

Loonplafond
Eind juni zijn de sociale partners binnen het fonds sociale maribel 319.01 tot een akkoord gekomen. Er komt een verhoging van het loonplafond met 500 euro. Het plafond is met ingang van 1 januari 2011, dus met terugwerkende kracht, vastgelegd op 38.300 euro. Daarnaast zijn er ruim 43 voltijdse tewerkstellingen bijgekomen. Deze banen zijn verdeeld over de verschillende subsectoren o.b.v. verschillende toekenningscriteria.

Al met al een goed en evenwichtig resultaat, waarbij de inzet van het Vlaams Welzijnsverbond op de verhoging van het loonplafond zijn vruchten heeft afgeworpen.

INFO: Sociaal recht, tel. 02 507 01 25


 


Colofon
De Facto is een gratis nieuwsbrief van het Vlaams Welzijnsverbond vzw en verschijnt minstens 10 maal per jaar.
Alle leden en andere geïnteresseerden kunnen inschrijven op deze elektronische nieuwsbrief en kunnen zich ook ten allen tijde uitschrijven door een mailtje te sturen naar onderstaand e-mailadres.
Eindredactie: Fanny De Langhe en Frank Cuyt
Verantwoordelijk uitgever: Theo Rombouts
Vlaams Welzijnsverbond, Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. 02 511 44 70, fax 02 513 85 14, e-mail: post@vlaamswelzijnsverbond.be