DE
FACTO

E-magazine 'de facto', jg. 12, nr. 82, april-mei 2010

 

de facto
jaargang 12, nr. 82, april-mei 2010
 
 
 

Edito:

VIER AANBEVELINGEN VOOR HET NON-PROFITAKKOORD

 

De wereldwijde financiële crisis zorgt voor een vreselijke ontslaggolf in de industrie en in de dienstensector, ook in ons land. Dankzij de Vlaamse overheid blijft de tewerkstelling in de welzijnssector op niveau. Straks wordt het nieuwe non-profitakkoord onderhandeld. Namens het bestuur van onze 700 ledenorganisaties formuleren we vier aanbevelingen.
 
Uit cijfers blijkt dat voor de sector vele handen zullen nodig zijn. Het Planbureau verwacht alleen reeds voor de uitbreiding tegen 2014 een aangroei met 62.000 banen in de sector zorg en welzijn. Naast deze extra banen voor uitbreiding, moet er ook vervanging gezocht worden voor de tienduizenden pensioengerechtigden. De komende vijf jaar verlaat 10 procent van het personeel de sector. Dit kan onmogelijk alleen opgevangen worden met jonge afgestudeerden. Vacatures zullen ook moeten ingevuld worden door de oudere leeftijdsgroepen.
 
Aanbeveling 1: Met een vergrijzende personeelsgroep en een krappe arbeidsmarkt de continuïteit van zorg realiseren.
 
Maatregelen zijn nodig: zowel voor de instroom, als voor het einde van de loopbaan. Toen in 2000 het stelsel arbeidsduurvermindering (12-24-36 dagen vanaf 45-50-55 jaar) werd ingevoerd, kon niemand zich voorstellen welke impact deze maatregel heeft. De druk op de jonge medewerk(st)ers neemt toe en voor de organisaties is het steeds moeilijker en soms onmogelijk om de nodige vervanging te organiseren, opdat de zorg niet aan kwaliteit inboet!
 
Aangezien de leeftijd van het personeel verhoogt, zal deze uitdaging de komende jaren nog toenemen. Daarom vragen we dat onderzocht wordt hoe het huidige systeem kan aangepast worden aan de wijzigende context. Voor het Vlaams Welzijnsverbond moet het mogelijk zijn om de kwaliteit van zorg te combineren met het behouden van werkbare jobs en een aangepaste loopbaan.
 
Er moet geïnvesteerd worden in een HR-beleid. Creativiteit, flexibiliteit en diversiteit zijn nodig bij rekrutering. Daarnaast moeten we inzetten op de vorming en ontwikkeling van de huidige groep medewerkers. Een goed arbeidsklimaat, werkbare jobs, voldoende kansen en uitdagingen, slimme en goed opgezette systemen van personeelsplanning en loopbaanbegeleiding zullen extra managementinspanningen vragen.
 
Aanbeveling 2: Maak een performant management mogelijk via een verhoging van het managementbudget!
 
Een modern personeelsbeleid en een vernieuwde organisatie van het werk kunnen belangrijke voordelen opleveren, zowel voor de cliënten als voor het personeel. Een continue kwaliteitszorg en de introductie van steeds nieuwe methodieken vraagt tijd en middelen. Een versterkt ICT-beleid is hierbij onmisbaar. Een verhoogd managementbudget moet voorzieningen de mogelijkheid geven om gepast te reageren op de wijzigende context.
 
Aanbeveling 3: Jobcreatie voor een aangepaste personeelsomkadering.
 
De werkdruk en de emotionele belasting blijft hoog in de welzijnsvoorzieningen, en de voortdurende wijzigingen in de doelgroep met steeds complexere problematieken vragen meer, en meer deskundig, personeel. De residentiële setting blijft vragende partij voor een uitbreiding van de personeelskaders. Een verdere invulling van de personeelsnorm in de sector ondersteuning van personen met een handicap en de stijgende nood aan kinderopvang in de komende jaren verantwoorden een inspanning van de Vlaamse overheid.
 
Daarnaast moet jobcreatie ervoor zorgen dat de voorzieningen gemakkelijker een continue, kwaliteitsvolle zorg kunnen garanderen, rekening houdend met de bestaande arbeidstijdenregeling.
 
Aanbeveling 4: Marktconforme lonen voor verantwoordelijke functies.
 
Vandaag zijn door de schaarste op de arbeidsmarkt een aantal vacatures voor bepaalde verantwoordelijke functies moeilijk of nauwelijks invulbaar. Daarom moeten we onze sectoren opnieuw aantrekkelijk maken door marktconforme lonen te betalen. Nu is de verloning voor een aantal functies lager dan in andere sectoren. Bovendien is de loonspanning tussen verantwoordelijke functies en de andere functies niet steeds correct.
 
Een geleidelijke verbetering van het aanvullend pensioen is een minimum dat moet gerealiseerd worden om de voorwaarden in onze sector vergelijkbaar te maken met andere sectoren.
 
Het Vlaams Welzijnsverbond vraagt dat de overheden samen met de werknemers en de werkgevers rond de tafel gaan zitten over het dossier vergrijzing, jobcreatie, werkbaarheid, arbeidstijd, aanvullend pensioen en managementsteun.
 
Theo Rombouts                                                                                Frank Cuyt
Voorzitter                                                                                          Directeur
 
 
 
INTERN
 
 

MEERJARENBUDGET: VERWACHTINGEN HOOG GESPANNEN

 
De sector personen met een handicap kijkt vol verwachting uit naar het meerjarenbudget waarmee de meerjarenplanning concreet gestalte zal krijgen.
 
Een meerjarenplan
 
Al jaren ijvert het Verbond voor het opstellen van een meerjarenplanning. Initiatiefnemers kunnen zich hierop richten en initiatieven voorbereiden. De beleidsnota van minister Vandeurzen komt hieraan tegemoet. De minister wil in 2010 een uitbreidings- en vernieuwingsplan opstellen voor de periode 2011-2014.
 
Met regionale accenten
 
De regionale overlegorganen zijn volop aan het werk om het materiaal te verzamelen om een meerjarenplanning op te maken. De cijfers zijn verzameld en worden door de regionale actoren aangevuld met analyses over de personen die wachten op ondersteuning. Welke ondersteuning verwachten zij? Welke specifieke accommodatie is noodzakelijk? Welk budget is nodig om voor noodsituaties een oplossing te bieden? Welke hiaten zijn er in het aanbod? Zijn er regionale blinde vlekken? Deze en vele andere vragen staan op de agenda van de regio’s. De contactpersonen spelen een cruciale rol in het leveren van de correcte informatie.
 
En Vlaamse voorafnames
 
Daarnaast bepaalt de Vlaams overheid welke specifieke beleidskeuzes men de volgende jaren wil realiseren. Het gaat hier dan over de zogenaamde “Vlaamse voorafnames”. Beide analyses zijn noodzakelijk om daarna een echt meerjarenplan op te stellen. Hierin worden de prioriteiten bepaald voor de komende jaren. Nadien moeten initiatiefnemers gezocht worden om dit te realiseren. Heel deze opdracht moet rond zijn tegen ten laatste oktober 2010.
 
De noden zijn groot
 
Op 31 december 2009 stonden 12.499 personen met een handicap met een dringende vraag naar ondersteuning geregistreerd in de centrale databank. Ten opzichte van 2008 is dit een stijging met 14%. Sinds kort bestaat er een wachtlijst van personen die na een tijdelijke opname in een voorziening, ten gevolge van een noodsituatie, verdere ondersteuning nodig hebben!
 
We vragen een stevig meerjarenplan met dito budgetten
 
Een meerjarenplan waarin de prioriteiten voor de komende jaren bepaald worden, kan maar opgesteld worden wanneer de budgetten bekend zijn. Vermits tegen oktober 2010 het hele meerjarenplan opgemaakt moet zijn met de concrete initiatiefnemers, is het belangrijk dat we het budget zo snel mogelijk kennen. Omdat de noden groot zijn, verwacht de sector een ruim budget. We rekenen hiervoor op de voltallige Vlaamse regering.
 
INFO: Hilde Verstricht, tel. 02 507 01 27
 
 

VISIENOTA KADERDECREET KINDEROPVANG GOEDGEKEURD

 
In haar Regeerakkoord beloofde de Vlaamse regering een kaderdecreet dat het aanbod kinderopvang overzichtelijk, toegankelijk en kwaliteitsvol zou maken. Dit decreet zal samen met “de kindpremie” in het Vlaams parlement besproken worden en zal wellicht begin 2012 van kracht zijn.
 
Voldoende aanbod én kwaliteit
 
Jo Vandeurzen: “Het belang van kinderopvang neemt toe: er zijn meer eenoudergezinnen, meer tweeverdieners. Een ouder kan vaak pas ingaan op een jobaanbod als er een opvangmogelijkheid is voor de kinderen. Kinderopvang zal flexibel met werk gecombineerd moeten kunnen worden. Uiteraard is voldoende aanbod een belangrijke zorg, maar kwaliteit is dat evenzeer.”
 
De sector van de kinderopvang is een kluwen. Het bos is in de verdrukking gekomen door de bomen: het aanbod is versnipperd, er zijn diverse organisatiemodellen, de regelgeving is ingewikkeld en niet in overeenstemming met de Europese regelgeving. Dat moet dringend anders. Transparanter. Met een duidelijk vergunningenbeleid, een beperkt aantal soorten vergunde opvang, met een competentiebeleid en een strikte kwaliteitsbewaking. Het kaderdecreet zal de voorwaarden aangeven voor de minimale kwaliteit en voor de overheidsfinanciering van de kinderopvang.
 
Krachtlijnen
 
De visienota die nu goedgekeurd werd, gaat uit van drie krachtlijnen: er moet voldoende én leefbare kinderopvang komen, deze opvang moet voor elk kind een kwaliteitsnorm halen én de opvang moet toegankelijk zijn voor iedereen. Elk gezin dat kinderopvang wenst, moet er toegang toe hebben.
 
Om dit te realiseren worden heel wat acties gepland:
• investeren in meer plaatsen en een geschikt programmatie-instrument.
• een toereikend en evenwichtig gespreid aanbod inkomensgerelateerde kinderopvang verwezenlijken. De minister moedigt alle toekomstige beheerders van vergunde opvang aan om het systeem van de inkomensgerelateerde bijdrage aan te nemen. In dat systeem betalen ouders volgens hun financiële draagkracht.
• de beschikbare plaatsen lokaal in kaart brengen en toegankelijk maken. Op die manier moeten ouders niet meer her en der op zoek naar opvangmogelijkheid.
• als ouders een plek reserveren, moeten ze die betalen. Zo willen we ouders mee verantwoordelijk maken.
 
Kwetsbare gezinnen vinden moeilijk de weg naar kinderopvang. Betaalbaarheid speelt een rol, maar het is ook aangewezen deze mensen actief over het aanbod te informeren en ze aan te moedigen.
 
Een belangrijke implicatie van het kaderdecreet is dat alle formele opvang aan vooraf bepaalde voorwaarden zal moeten voldoen. Deze vergunningsplicht geldt voor iedereen. Louter “gemelde” (niet gecontroleerde) opvang zal niet meer kunnen. Het vergunningsbeleid maakt een onderscheid tussen gezinsopvang en groepsopvang.
 
Het decreet stimuleert voorts de beheerders van opvangplaatsen om een eigen kwaliteitsbeleid te voeren. Sterke, leefbare en stabiele opvanginitiatieven vereisen een eenduidige subsidiëring. Ook die komt er.
 
10.000 extra plaatsen
 
Om economische groei, werkgelegenheid van jonge ouders, gelijke kansen voor vrouwen en sociale inclusie de beste kansen te geven, - en toegankelijke kinderopvang is daarvoor een belangrijke ondersteunende dienstverlening - stelt de EU de zogenaamde Barcelonanorm voorop. Die zegt dat 33% van alle kinderen jonger dan 3 jaar een plaats moet vinden in de formele kinderopvang. De formele Vlaamse kinderopvang (erkend of met attest van toezicht) overschrijdt deze norm: 44,6% van alle kinderen onder de 3 jaar kunnen in Vlaanderen terecht in de formele kinderopvang.
 
Tegen 2016 wenst de Vlaamse regering 50% te halen. Rekening houdend met de nataliteitsprognose, betekent dit dat er tegen dan 10.000 plaatsen moeten bijkomen in de voorschoolse kinderopvang. Tegen 2020 wenst de regering een volledige dekking te verwezenlijken.
 
Een eerste stap
 
De visienota die vandaag in de ministerraad werd besproken, is een eerste stap. De Strategische Adviesraad en het Raadgevend Comité van Kind en Gezin brengen nog advies uit. Rekening houdend daarmee wordt het decreet geschreven. Dan volgen de uitvoeringsbesluiten en de overgangsbepalingen. Verwacht wordt dat het kaderdecreet Kinderopvang begin 2012 van toepassing zal zijn…

Samen met al onze aangesloten leden juichen we het initiatief erg toe. Maar dat wil niet zeggen dat we de inhoud van de visienota zomaar aanvaarden. De voorbije maanden werkte ons sectoraal directiecomité hard aan het bepalen van heel wat principiële uitgangpunten. Deze standpunten vertolken we vandaag op verschillende fora.
 
INFO: Jan Bosmans, tel. 02 507 01 24
 
 

TEWERKSTELLING VAN KANSENGROEPEN

 
In het kader van ons project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en meer bepaald het werken rond diversiteit werd de voorbije maanden samengewerkt met de GTB-diensten (gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding) rond tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap in onze voorzieningen.
 
Een eerste feedback
 
Na een inforonde bij de provinciale coördinatiecomités van het Vlaams Welzijnsverbond over het aanbod en de mogelijkheden van de GTB-diensten bij de inschakeling en begeleiding van personen met een (arbeids)handicap in de voorzieningen, formuleerde Luc Henau een eerste feedback. Een greep uit zijn bevindingen.
 
Informatie als eerste stap
 
Informatie over de nieuwe structuur en de maatregelen voor de inschakeling van personen met een (arbeids)handicap is een noodzakelijke eerste stap. Toch doen heel wat voorzieningen reeds inspanningen op beperkte schaal. Wat ondersteuning betreft, lijkt er meer vraag naar ondersteuning van mensen die al een tijd in de voorziening werken. Dit gaat dan over financiële premies en tussenkomsten, over aanpassingen aan de werkplek, over coaching en zelfs outplacement.
 
Geen evidentie
 
Bij een vacature is de stap naar de aanwerving van mensen uit kansengroepen (en zeker ook van personen met een aangeboren handicap) geen evidentie. We beschouwen iemand met een handicap spontaan eerder als een cliënt, en niet als collega, al is dit in tegenstelling met het zorgmodel vanuit een ortho-agogische visie. Bovendien zien we mogelijke kandidaten vaak enkel in uitvoerende ondersteuningsfuncties (poets, tuin, ... ). Voorbeelden van mensen met een arbeidshandicap als begeleider, als boekhouder, als kaderlid, ... zijn zeer uitdagend.
 
Gebruik de bestaande mogelijkheden
 
Er is (te) weinig systematisch contact met Jobkanaal, men gebruikt deze dienst ook niet bij het ontwerpen van vacatures. Er leeft onduidelijkheid en zelfs verkeerde informatie over de mogelijkheden vanuit het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Het VAPH is zelf nog niet mee in de nieuwe visie die vanuit Vlaanderen naar voor geschoven wordt. GTB heeft dit ondertussen opgenomen en er komt een nota op het overleg van de leidende ambtenaren.
 
Een kwestie van engagement
 
Onze infocampagne moet zeker verder ondersteund worden met een actie die gericht is op engagement, vertrekkend vanuit de maatschappelijke visie en ethiek van de voorziening, en die zal moeten onderbouwd worden met voortdurende impulsen (bvb. goede praktijkvoorbeelden). Om die reden is GTB ook ingestapt in de MVO-werkgroep van het Vlaams Welzijnsverbond. U hoort er dus nog van…
 
 
 
 
EXTERN
 
 

PROEFPROJECTEN KINDEROPVANG MET DIENSTENCHEQUES

 
In april 2009 werden in enkele steden proefprojecten voor kinderopvang met dienstencheques opgestart. Er werd tot nu slechts beperkt gebruik gemaakt van het systeem, dat in juni geëvalueerd wordt.
 
De proeftuinen in Kortrijk, Mechelen, Ronse en Tienen zijn opgestart in april 2009 en zouden na een jaar geëvalueerd worden. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, en Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, Freya Van den Bossche, hebben beslist om het gebruik van opvangcheques te verlengen tot het einde van het schooljaar.
 
Van de 227.000 beschikbare cheques waren er eind januari 2010 net geen 20.000 verkocht. Daarvan zijn er 13.000 effectief gebruikt. Minister Vandeurzen wacht het einde van de proeftuinen in juni af om het systeem grondig te evalueren.
 
(Uit: Nieuwsbrief Kinderopvang, Kind en Gezin, april 2010)
 
 
 
ACTIVITEITEN
 
 

STUDIEDAG KWALITEIT IN ZORG EN WELZIJN

 
Op donderdag 3 juni (9.30-15.30u) vindt in Gent (Campus Hoogpoort, Arteveldehogeschool) de studiedag plaats over Kwaliteitszorg in Zorg en Welzijn. Deze studiedag wordt georganiseerd door het PROSE Kwaliteitszorgnetwerk i.s.m. het Vlaams Welzijnsverbond, VSO/MOSO, Jongerenwelzijn en PPG/PPJ, naar aanleiding van het tienjarig bestaan van PROSE.
 
Vier inleidingen
 
Stefaan Van Mulders (administrateur-generaal Agentschap Jongerenwelzijn) belicht enkele accenten vanuit het Vlaams beleid inzake kwaliteitszorg. Friedel Verhaeghe (Vereniging Ons Tehuis, Ieper) presenteert de concrete weg naar het bereiken van een PROSE kwaliteitslabel als erkenning van hun kwaliteitszorgsysteem. Prof. Andre Vyt stelt 3 vormen van diagnostiek voor: de interdisciplinaire kwaliteit als belangrijk element in een voorziening, "De menselijke organisatie" als HRM-pijler in een "menselijke" kwaliteitszorg en een "checklist basiskwaliteit in zorg en welzijn". Frank Cuyt (directeur Vlaams Welzijnsverbond) schetst de resultaten van een opvolgingsonderzoek dat 5 jaar na het dwarsdoorsnedeonderzoek in Vlaanderen werd gehouden als onderdeel van het project Q van de koepelorganisaties in bijzondere jeugdbijstand.
 
Uit de praktijk
 
Na de middaglunch worden vanuit verschillende voorzieningen concrete ervaringen en projecten met kwaliteitszorg op basis van het PROSE-instrumentarium belicht: Geestelijke Gezondheidszorg (Bart Biesbrouck van vzw Feniks), Jeugdzorg en Bijzondere Jeugdbijstand (Eva Bruyninckx van vzw Huize Bethanie en De Grote Robijn, Angelique Blomme van vzw De Golfbreker en Eva De Stecker en Valerie Bonny van vzw West-Vlaamse Dienst voor Sociale Integratie te Roeselare), en Revalidatie en Zorg voor Personen met een handicap (Dirk Brejou van vzw Schoonderhage).
 
Kwaliteitslabels
 
Er is een posterbeurs met realisaties en voorbeelden van goede praktijken in diverse instellingen en voorzieningen. Op de studiedag gebeurt ook de uitreiking van de behaalde kwaliteitslabel(s) door minister Jo Vandeurzen, met een gelegenheidstoespraak. Het concrete programma en inschrijvingsmogelijkheid vindt u op onderstaande website.
 
 
 

EUROPA EN DE SOCIALPROFITSECTOR

 
Het Vlaams-Europees verbindingsagentschap (Vleva) en Kleis, het Kenniscentrum Sociaal Europa, organiseren in de komende periode diverse events die zeer relevant zijn voor de Vlaamse socialprofitsector. We zetten ze hieronder voor u op een rijtje.
 
Seminar on Financial Exclusion and Over-Indebtedness
 
Een Engelstalig seminarie over financiële uitsluiting en schuldenlast, dat doorgaat op 27 mei 2010, van 9.30 tot16.30 uur, bij Vleva, Kortenberglaan 71, 1000 Brussel.
 
"Being unable to pay one's electricity and heating bills...Being unable to pay back loans contracted...Having to take a loan so your children can have Christmas...Not understanding what terms like interest rate mean...Not being able to stick to your budget...Being refused an affordable credit rating...Being refused access to a basic bank account."
 
Alongside dramatic performances, and presentations of best-practice, participants will be given an opportunity to discuss recommendations aimed at improving our service response to those who face financial exclusion.
 
Informatie en inschrijving: http://www.vleva.eu/content/6615
 
Europese oplossingen voor kinderen die in armoede leven in Vlaanderen
 
Seminarie van Vleva in samenwerking met het Vlaams Netwerk waar armen het woord nemen, de Gezinsbond, OASeS en Kleis op 11 juni 2010, van 9 tot 13 uur, in de Forumzaal van Vleva, Kortenberglaan 71 te 1000 Brussel
 
In dit seminarie worden Europese beleidsaanbevelingen voor de bestrijding van armoede bij kinderen geformuleerd en bediscussieerd. Welke maatregelen moeten de Vlaamse en federale overheden verdedigen op het Europese beleidsniveau? Armoede bestrijden bij kinderen is inzetten op het gezin en het creëren van een kansrijke omgeving om als kind op te groeien. Werk, opleiding en inkomensbescherming spelen een belangrijke rol, naast de realisatie van een volwaardige deelname - als jonge burgers - aan alle levensdomeinen. Het debat wordt begeleid door het onderzoekscentrum OASeS.
 
Informatie en inschrijving: http://www.vleva.eu/content/6739
 
De social profit sector tussen algemeen belang en markt
 
Kleis vzw, het Onderzoekscentrum Sociaal Europa (OSE), het Vlaams-Europees verbindingsagentschap (vleva) en Pour la Solidarité stellen organiseren op woensdag 16 juni 2010, van 9 tot 13 uur, in de Forumzaal van Vleva, Kortenberglaan 71 te 1000 Brussel een seminarie over de toepassing van de Europese interne marktregels en de dienstenrichtlijn.
 
De Europese richtlijn over diensten in de interne markt kreeg heel wat kritiek van de sociale sector: zij zou zorgdiensten behandelen als puur economische diensten. Mede door het politieke compromis over deze richtlijn werd het een erg complex stukje regelgeving, waarvan de precieze impact op sommige sectoren niet meteen duidelijk is. Dit seminarie staat stil bij het toepassingsgebied van de richtlijn en de mogelijke uitzonderingen, waarvan zorgdiensten kunnen gebruik maken, om daarna de gevolgen voor de Vlaamse regelgeving onder de loep te nemen.
 
Informatie en inschrijving: http://www.vleva.eu/content/6799
 
 

LOOPBAANBEGELEIDING IN WELZIJNSVOORZIENINGEN

 
Op 7 mei 2010 organiseerde het Vlaams Welzijnsverbond een studiedag over ‘Loopbaanbegeleiding in welzijnsvoorzieningen’. De groep van 150 deelnemers bestond uit directies en verantwoordelijken, stafleden en coördinatoren van voorzieningen en afdelingen. De vraag die velen zich stelden was: "Hoe kan ik van ‘mijn’ welzijnsvoorziening een aantrekkelijke organisatie maken voor de huidige en toekomstige medewerkers?"
 
Loopbaanbegeleiding
 
Loopbaanbegeleiding is een middel om medewerkers te ondersteunen in hun verdere (levens)loopbaan en dat binnen de uiteindelijke doelstelling om kwaliteitsvolle ondersteuning aan de gebruikers van de welzijnsvoorzieningen te realiseren. De doelstelling van deze studiedag was niet alleen het aanreiken van heel concrete inhouden, tips en methodieken, maar ook het warm maken van de deelnemers om loopbaanbegeleiding structureel aan te pakken en in te bedden in de cultuur van hun voorziening.
 
Geert Vannieuwenhuyze, voorzitter van de commissie Personeelsmanagement, situeerde het thema. Alles wijst erop dat er in de toekomst nog heel wat jobs in de gezondheids- en welzijnssectoren zullen bijkomen. De sector wordt uitgedaagd om binnen een geïnformatiseerde en veranderende maatschappij (denk maar aan de vergrijzing) eigentijdse voorzieningen uit te bouwen, waarbinnen competente medewerkers zich goed voelen bij het werk en die met de nodige drive in dialoog gaan met de gebruikers. Voor een sector die meer dan 80% van zijn subsidies spendeert aan personeel, is het evident om te investeren in medewerkers. Zij zijn immers het belangrijkste kapitaal van de welzijnsvoorziening. Het Vlaams Welzijnsverbond ziet loopbaanbegeleiding als een middel voor welzijnsvoorzieningen om deze uitdagingen aan te gaan.
 
Een visie op loopbaanbegeleiding
 
Na een film met getuigenissen door de commissieleden maakte Muriel De Ryck, ondervoorzitter van de commissie Personeelsmanagement, duidelijk hoe men binnen de eigen voorziening een visie op loopbaanbegeleiding kan ontwikkelen. Dat deed ze aan de hand van de conceptnota die de commissie Personeelsmanagement in november 2009 opstelde, en die voor de leden ook op de website te consulteren is. maakte over loopbaanbegeleiding in welzijnsvoorzieningen. Loopbaanbegeleiding moet een bewuste beleidskeuze zijn, kan niet los gezien worden van de organisatiecultuur, is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel werkgever als werknemer en moet toekomstgericht zijn. Naast de uitgangspunten biedt het Verbond ook een aantal kapstokken aan om er concreet mee aan de slag te gaan.
 
Na deze toelichting gaf Luc Verheijen van Kessels en Smit, The Learning Company, een boeiende uiteenzetting over ‘Loopbaanbegeleiding: vormgeven aan wederzijdse aantrekkelijkheid’. Hij legt hierbij de focus op het ontwikkelen van sterktes en op talent: hoe haal je het talent van de medewerkers naar boven om het in te zetten in de organisatie? Het werken in teamverband is hierbij belangrijk: het ‘niet-talent’ van de ene medewerker wordt er gecompenseerd door het talent van een andere medewerker. Medewerkers zullen zich gelukkiger voelen als ze voldoende positieve emoties hebben, zich betrokken voelen, positieve relaties hebben en als ze het gevoel hebben dat ze werken volgens hun waarden en dat hun werk ‘zin’ heeft.
 
Loopbaanbegeleiding in de praktijk
 
In een kort panelgesprek werd ingegaan op loopbaanbegeleiding in de praktijk van enkele voorzieningen en in de namiddag waren er twee werkgroeprondes met telkens zes werkgroepen. Deze gingen in op het emancipatorisch aspect in loopbaanbegeleiding, de rol van de leidinggevende, het coachingproces, loopbaanbegeleiding voor werknemers met een (vermoeden van) arbeidshandicap, de lerende organisatie als antwoord op de voortdurende maatschappelijke veranderingen, en het (einde)loopbaangesprek.
 
Het Vlaams Welzijnsverbond hoopt dat via deze studiedag duidelijk geworden is hoe loopbaanbegeleiding kan bijdragen tot het aantrekken, behouden en ondersteunen van medewerkers met het oog op een blijvende kwaliteitsvolle dienstverlening aan de gebruikers. De deelnemers werden alvast aan het denken gezet en kregen tips mee om er in de eigen voorziening mee aan de slag te gaan.
 
Verslag: Eefje Chys, Stagiaire Vlaams Welzijnsverbond, 3e bachelor Bestuurskunde & Publiek Management, Hogeschool Gent.
 

CRISISBELEID IN EEN ONTHAALGEZIN

 
Op 8 mei organiseerde het Vlaams Welzijnsverbond voor 180 onthaalouders van de aangesloten diensten van Limburg en Vlaams-Brabant een studiedag over crisisbeleid in een onthaalgezin.
 
Onthaalouders en dienstverantwoordelijken zijn dagelijks bezig met kwaliteitsverbetering en met veiligheid in de opvang. Toch is het niet uitgesloten dat zij geconfronteerd worden met een crisis. Onthaalouders moeten alert zijn voor wiegendood, brandgevaar, veilige toegang, enz. Een crisis komt altijd onverwacht en brengt steeds stress en chaos met zich mee. Daarom is het goed zoveel mogelijk voorbereid te zijn voor zulke situaties.
 
Op deze studievoormiddag werden onthaalouders voorbereid op een eventuele crisissituatie door twee gerenommeerde gastsprekers: psychotraumatoloog Erik De Soir en Leen Du Bois, woordvoerder bij Kind en Gezin. De aanwezige onthaalouders waren erg tevreden over de geboden inhoud. Want een gewaarschuwde man/vrouw is er twee waard. En nu maar hopen dat ze hetgeen ze leerden niet moeten toepassen…
 
INFO: Ellen Maris, tel. 0477 92 74 65
 
 
 
PUBLICATIES
 
 

ARMOEDE ONDER ONS

 
In januari lanceerden de Europese Commissie en het Spaanse voorzitterschap gezamenlijk het 'Europese Jaar voor de Bestrijding van Armoede en Sociale Uitsluiting', met als slogan 'Stop Armoede Nu' (Stop Poverty Now). Ook Caritas Europa sluit zich hierbij aan. Caritas Vlaanderen publiceerde een cahier over "Armoede onder ons."
 
'Armoede onder ons' is het eerste in een reeks cahiers die aansluiten bij het Europees Jaar voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Het biedt een theoretische inleiding en inzicht in de problematiek van armoede en sociale uitsluiting. Verschillende meer thematische cahiers zullen volgen, waarbij telkens specifieke onderwerpen verder zullen worden uitgediept. Men wil daarbij niet alleen mechanismen blootleggen of concrete onrechtvaardigheden aanklagen, maar ook elementen aandragen die voor Caritas kunnen bijdragen tot een meer rechtvaardige samenleving.
 
De volledige titel van het Caritas Cahier nr. 10 is: 'Armoede onder ons. Armoede herkennen in onze samenleving vandaag. Een analytische benadering’. Het cahier telt 48 blz. en kost 5 euro, verzendingskosten in begrepen.
 
 
 

DEZE MAAND IN HET TIJDSCHRIFT VOOR WELZIJNSWERK

 
Het zopas verschenen nummer 307 van het Tijdschrift voor Welzijnswerk (jg. 34, nr. 307, april-mei 2010) gaat in op vraag en aanbod in de zorg, bemiddeling, toegang van de kinderopvang en de geschiedenis van het sociaal werk.
 
De titel van het Edito is kort en krachtig: "Wie zwijgt is medeplichtig!" Fons GEERTS brengt er het ethisch advies van het Vlaams Welzijnsverbond over 'omgaan met (vermoedens) van seksueel grensoverschrijdend gedrag' in herinnering en pleit ervoor oog te hebben voor de zorg voor slachtoffers uit het verleden. Zonder taboes, maar ook zonder sensatiezucht.
 
"Laatmoderniteit en de zorg voor welzijn. Over de impact van recente maatschappelijke veranderingen op de vraag naar en het aanbod van zorg" is de titel van de bijdrage van Frans LAMMERTYN, naar aanleiding van zijn gelijknamige toespraak op de Algemene Vergadering van het Vlaams Welzijnsverbond. Een fundamentele bijdrage in het debat over de welzijnszorg in het tweede decennium van de jaren 2000, die elke grote of kleine beleidsmaker in de zorg zou moeten lezen!
 
In het artikel "Het ‘interested based’ onderhandelen. Een ethische en professionele bemiddelingsmethode" gaat Jef MOSTINCKX na hoe ruziënde partijen met elkaar ethisch en efficiënt kunnen onderhandelen. Daarvoor licht hij de onderhandelingsmethode van de Harvard-universiteit toe en vergelijkt deze met het positioneel onderhandelen.
 
Niettegenstaande de enorme schaarste aan opvangplaatsen willen Brussel en Gent een toegankelijke kinderopvang realiseren voor alle gezinnen, ook voor de meest kwetsbare. Tekst en uitleg bij de inspanningen van deze twee steden in het artikel "Toegankelijkheid van kinderopvangvoorzieningen in Brussel en Gent" door Veerle VERVAET.
 
Een déja-vuegevoel bij bepaalde ontwikkelingen in het Vlaamse welzijnswerk? Wie een goed zicht heeft op het verleden, kan het heden beter begrijpen. Met hun digitale 'Canon Sociaal Werk' willen Wim VERZELEN en Jan STEYAERT "De geschiedenis van het Vlaamse sociaal werk in woord en beeld" voorstellen. Ook in ons Tijdschrift.
 
Tenslotte zijn er ook de rubrieken Lezerskring, Ethiek en Zingeving, Kort genoteerd en Agenda.
 
Losse nummers van het Tijdschrift kosten 6,12 euro en kunnen aangevraagd worden bij Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33.
 
Wie een bijdrage wil leveren in de vorm van een artikel of een kort tekstje, wie een activiteit of publicatie wil bekendmaken, kan steeds contact opnemen met Fons Geerts, tel. 02 507 01 29.
 
 

OVERZICHT INFORMATIEVEN MAART EN APRIL 2010

 
Hier vindt u een overzicht van de Informatieven die verschenen in maart en april 2010. Leden van het Vlaams Welzijnsverbond kunnen in deze lijst ook doorklikken naar de Informatief in kwestie.
 
2010/019
04/03/10
- Sector BJB: 2010/10
- Sector GZO: 2010/10
- Sector KO: 2010/12
- Sector OPH: 2010/16
- Sector REVA: 2010/9
- Sector VRIJ: 2010/8
2010/020
04/03/10
- Sector BJB: 2010/11
- Sector GZO: 2010/11
- Sector KO: 2010/13
- Sector OPH: 2010/17
- Sector VRIJ: 2010/9
2010/021
08/03/10
- Sector BJB: 2010/12
- Sector GZO: 2010/12
- Sector KO: 2010/14
- Sector OPH: 2010/18
- Sector REVA: 2010/10
2010/022
09/03/10
- Sector BJB: 2010/13
- Sector GZO: 2010/13
- Sector KO: 2010/15
- Sector OPH: 2010/19
- Sector REVA: 2010/11
- Sector VRIJ: 2010/10
2010/023
10/03/10
- Sector BJB: 2010/14
- Sector GZO: 2010/14
- Sector KO: 2010/16
- Sector OPH: 2010/20
- Sector REVA: 2010/12
2010/024
19/03/10
- Sector BJB: 2010/15
- Sector GZO: 2010/15
- Sector KO: 2010/17
- Sector OPH: 2010/21
- Sector REVA: 2010/13
- Sector VRIJ: 2010/11
2010/025
19/03/10
- Sector BJB: 2010/16
- Sector GZO: 2010/16
- Sector KO: 2010/18
- Sector OPH: 2010/22
- Sector REVA: 2010/14
- Sector VRIJ: 2010/12
2010/026
24/03/10
- Sector BJB: 2010/17
- Sector GZO: 2010/17
- Sector KO: 2010/19
- Sector OPH: 2010/23
- Sector VRIJ: 2010/13
2010/027
26/03/10
- Sector OPH: 2010/24
2010/028
29/03/10
- Sector BJB: 2010/18
- Sector GZO: 2010/18
- Sector OPH: 2010/25
2010/029
30/03/10
- Sector BJB: 2010/19
- Sector GZO: 2010/19
2010/030
31/03/10
- Sector BJB: 2010/20
- Sector GZO: 2010/20
- Sector KO: 2010/20
- Sector OPH: 2010/26
- Sector REVA: 2010/15
- Sector VRIJ: 2010/14
2010/031
31/03/10
- Sector KO: 2010/21
- PC331-GA's, COS, Vertrouwensartsencentra: 2010/1
2010/032
13/04/10
- Sector OPH: 2010/27
2010/033
21/04/10
- Sector BJB: 2010/21
- Sector GZO: 2010/21
- Sector OPH: 2010/28
2010/034
22/04/10
- Sector OPH: 2010/29
2010/035
23/04/10
- Sector BJB: 2010/22
- Sector GZO: 2010/22
- Sector KO: 2010/22
- Sector OPH: 2010/30
- Sector REVA: 2010/16
- Sector VRIJ: 2010/15
 
INFO: Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33
 
 
Colofon
de facto is een gratis nieuwsbrief van het Vlaams Welzijnsverbond vzw en verschijnt 8 maal per jaar.
Alle leden en andere geïnteresseerden kunnen inschrijven op deze elektronische nieuwsbrief en kunnen zich ook ten allen tijde uitschrijven door een mailtje te sturen naar onderstaand e-mailadres.
Eindredactie: Fons Geerts en Frank Cuyt
Verantwoordelijk uitgever: Theo Rombouts
Vlaams Welzijnsverbond, Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. 02 511 44 70, fax 02 513 85 14, e-mail: post@vlaamswelzijnsverbond.be