DE
FACTO
E-magazine 'de facto', jg. 10, nr. 66, april-mei 2008
de facto
jaargang 10, nr. 66, april-mei 2008
Edito
ZORG VOOR KLEURRIJK WELZIJN
Met de slogan “Durf met ons Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” werden de leden uitgenodigd voor de Algemene Ledenvergadering van 20 mei 2008. Dat MVO heel wat uitdagingen voor de sector inhoudt, staat buiten kijf. We belichten de personeelsproblematiek vanuit een diversiteitsstandpunt.
Enkele cijfers
Op de algemene ledenvergadering stelde Johan Nuytten enkele cijfers voor uit het onderzoek bij 180 leden over het huidige personeelsbestand in de voorzieningen. Hij besloot met drie adviezen.
- De volgende 15 jaar moeten we één derde van alle personeel vervangen. Met de schaarste op de arbeidsmarkt wordt dit een grote uitdaging voor elke directie.
- Met slechts 20% zijn de mannen te zwak vertegenwoordigd. Een meer evenwichtige man – vrouw verhouding dringt zich op.
- Arbeidsgehandicapten (0,5%) en allochtone werknemers (1%) zijn vandaag nauwelijks aan de slag in de Vlaamse welzijnsvoorzieningen. Gezien de opdracht om diversiteit op de werkvloer te realiseren, zullen directies daarvoor zeer grote inspanningen moeten doen.
Diversiteitsbeleid
Onze samenleving bestaat uit een grote verscheidenheid aan mensen, en als werkgever is het van belang die brede waaier van culturen, talen, leeftijden en talenten op de werkvloer te weerspiegelen. Verschillende werkgevers nemen hun verantwoordelijkheid reeds op om in het kader van diversiteit een expliciet beleid te voeren. Met Jobkanaal en het ondernemersplatform voor diversiteit willen grote werkgeversfederaties zoals VOKA, Unizo, VKW en ook VERSO (de werkgeverskoepel van de social profit) hun leden aanmoedigen en ondersteunen om werknemers uit de kansengroepen op weg te zetten naar een job. Zij sensibiliseren rond de meerwaarde van diversiteit op de werkvloer. Met actieprogramma’s moedigen zij werkgevers aan om kansen te bieden aan allochtonen, ouderen, personen met een handicap en kortgeschoolde jongeren.
In het pact van Vilvoorde (2001) engageerden werkgevers en werknemers zich tegen 2010 om diversiteit zichtbaar te maken en de achterstand van de kansengroepen grotendeels weg te werken. Het is de vraag of deze ambitieuze doelstelling gehaald wordt. Alleszins neemt het Vlaams Welzijnsverbond de uitdaging aan. Met meer dan 600 leden-werkgevers en 26.000 werknemers staan we samen voor een verpletterende verantwoordelijkheid.
Diploma of competenties?
Maar ook van het onderwijs vragen we doorgedreven inspanningen. Er moeten voldoende jonge mensen een opleiding blijven kiezen voor een zorgberoep. Sinds een drietal jaar kan ook wie geen secundair diploma heeft, dat rechtstreeks toegang geeft tot het hoger onderwijs, toelating krijgen om verder te studeren. Eerdere leer- en werkervaringen worden hiertoe beoordeeld en na een toelatingsproef kan men de studies aanvatten. Elders verworven competenties moeten naar waarde geschat worden om beperkt geschoolde mensen uitzicht te geven op een tewerkstelling (ook) in de welzijnssector.
Zonder het belang van een diploma in twijfel te trekken, moeten we vaststellen dat de toegang tot een job in onze voorzieningen nog steeds via een diploma loopt. Bovendien beschikt ongeveer de helft van alle werknemers over een diploma van het hoger onderwijs en neemt deze upgrading nog toe. Tegelijk met deze evolutie (waarover we ernstig moeten nadenken) zullen de voorzieningen zelf morgen opleiding moeten bieden en trajecten ontwikkelen om op een schaarse arbeidsmarkt de medewerkers van de toekomst te vinden.
Ook maatwerk en goede voorwaarden kunnen de aantrekkingskracht van de sector nog verhogen.
Frank Cuyt, directeur, en Theo Rombouts, voorzitter
ALGEMENE VERGADERING
Op dinsdag 20 mei 2008 ging de Statutaire Algemene Vergadering van het Vlaams Welzijnsverbond VZW door in Cultureel Centrum Ter Dilft in Bornem. Diezelfde dinsdag was er ook algemene staking bij de spoorwegen. Toch kwamen zo’n 180 beheerders, directieleden en andere vertegenwoordigers van onze leden naar het immer rustige Bornem afgezakt.
Statutaire gedeelte
Na de verwelkoming door algemeen voorzitter Theo Rombouts, werden de statutaire zaken in een sneltempo afgewerkt: jaarrekeningen en balans werden goedgekeurd en daarmee ook “kwijting” gegeven aan de bestuurders en de bedrijfsrevisor, het Jaarverslag 2007 werd overlopen, de begroting en de ledenbijdrage 2008 goedgekeurd en de bestuurders (her)benoemd.
Nieuwe opdrachtsverklaring en aanpassing statuten
Nadat op de Algemene Vergadering van vorig jaar met de voorstelling van de standpuntennota “Samen werken in dialoog” hiertoe reeds een mooie aanzet gegeven werd, gaf men de opdracht aan de Raad van Bestuur om de ideeën van deze nota in een nieuwe opdrachtsverklaring uit te schrijven en de nodige statutenwijzigingen voor te bereiden. Er werd dan ook iets meer tijd uitgetrokken voor de voorstelling van de nieuwe tekst van de opdrachtsverklaring van het Vlaams Welzijnsverbond (zie verder) en enkele wijzigingen aan de statuten van de vzw.
De nieuwe opdrachtsverklaring situeert de vereniging op een eigentijdse manier in een veranderende samenleving en moet ervoor zorgen dat we, om het met de woorden van de voorzitter te zeggen, klaar zijn om de maatschappelijke uitdagingen in de komende jaren op een open manier tegemoet te treden. De nieuwe opdrachtsverklaring en de voorgestelde statutenwijzigingen werden bijna unaniem (op één tegenstem na) goedgekeurd.
Zorg voor kleurrijk welzijn
Onder het motto ‘Zorg voor kleurrijk welzijn’ nam het Verbond eerder al de uitdaging aan om ‘diversiteit’ een plaats te geven binnen onze zorg. Op deze Algemene Vergadering werd dit gekaderd binnen een visie op ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ – of moeten we zoals inleider Bert Boone suggereerde liever spreken over ‘Maatschappelijk Verbonden Ondernemen’?
MVO is zeker en vast een vlag die vele ladingen dekt. Daarom koos het Verbond ervoor om er drie items uit te lichten, waarrond in de komende jaren zal gewerkt worden: diversiteit, energie en competentiebeleid. Nadat hij in zijn inleiding stelde dat MVO niet zomaar een nieuwe ‘hype’ is, maar belangrijk voor de toekomst en de maatschappelijke verankering van onze voorzieningen, ging Bert Boone in op deze drie thema’s. Zijn insteek werd telkens treffend geïllustreerd met filmfragmenten uit de praktijk van enkele voorzieningen.
Naast enkele kritische beschouwingen en heel wat praktische tips formuleerde Bert Boone ook een aantal uitdagingen voor de sector.
Uitdagingen voor de sector
Om te beginnen trok hij de notie ‘diversiteit’ open door erop te wijzen dat het niet alleen gaat over de klassieke risico- en kansengroepen, maar dat we hierbij oog moeten hebben voor wat hij ‘kwetsbaarheid op transitiemomenten’ noemt. Dit heeft bijvoorbeeld repercussie op de arbeidsmarkt: personeel aantrekken en binden aan de vereniging zal meer en meer afhangen van het aanbieden van flexibele, situationele werkafspraken. Of met andere woorden: een ‘diversiteit’ aan loopbaanfaciliteiten…
Rond energiebeleid vroeg de inleider, maar zeker ook het filmfragment, aandacht voor ‘verantwoord investeren’ en de ‘voorbeeldfunctie’ die een voorziening op dit vlak heeft naar de samenleving toe. Mogelijks zal die samenleving in de toekomst voor investeringssteun ook op dit vlak wel bepaalde eisen stellen aan de voorzieningen. (Zonnepanelen of de warmtepomp als ‘kunstwerk’ in de VIPA?)
Dé valkuil voor het ‘competentiemanagement’ is dat het een managementtrucje wordt om ‘mensen als citroenen uit te persen’; succesfactoren voor competentiemanagement zijn: mensen positief aanspreken, duurzaam omgaan met menselijke energie, een organisatiecontext op maat creëren.
Tenslotte is het niet denkbeeldig dat in het kader van eventuele ‘aanbestedingen’ rond de uitbouw en subsidiëring van zorg- en welzijnsvoorzieningen er in de toekomst gewerkt wordt met verplichte sociale criteria, net zoals men nu aan erkenningsvoorwaarden en andere kwaliteitscriteria moet voldoen.
Personeelskengetallen
Een en ander werd door Johan Nuytten geïllustreerd aan de hand van een selectie uit de eerste personeelskengetallen, die het Verbond verzamelde bij zijn leden. (In het edito gingen we hierop reeds in.) Stellen dat “er nog werk aan de (diversiteits)winkel” is, is een understatement…
Een te kort ‘debat’ aan de hand van enkele stellingen sloot deze boeiende voormiddag af. De Algemene Vergadering mag zeker een ‘smaakmaker’ rond Maatschappelijk Verantwoord (en Verbonden) Ondernemen genoemd worden. Niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk, want na de vergadering werden we uitgenodigd op een ‘multicultureel’ buffet… Waar nog een hele poos nagebabbeld werd.
Werken aan de toekomst
De toekomst voorbereiden, gebeurt nu. Daarom wil het Vlaams Welzijnsverbond op een duidelijk gefaseerde manier rond deze drie thema’s aan het werk gaan. En uiteraard nodigen we ook de leden uit om hieraan mee te werken. (zie verder) Om de discussie over de thema’s ook in de eigen voorziening aan te zwengelen, kreeg elke aanwezige een dvd met de filmfragmenten.
Ondertussen staan enkele foto’s van de Algemene Vergadering op de website.
EEN NIEUWE OPDRACHTSVERKLARING
Tijdens de Algemene Vergadering werd de nieuwe opdrachtsverklaring van het Vlaams Welzijnsverbond goedgekeurd. We nemen hieronder de integrale tekst over.
Werken aan Welzijn
Het Vlaams Welzijnsverbond verenigt als werkgeversorganisatie initiatieven in Vlaanderen en Brussel uit o.a.de bijzondere jeugdbijstand, gehandicaptenzorg, gezinsondersteuning, kinderopvang en vrijwilligerswerk.
Werken aan het welzijn van mensen is de kerndoelstelling. Winst maken, is niet de drijfveer.
Door deze initiatieven te verenigen en te verdedigen streeft het Vlaams Welzijnsverbond naar een hogere levenskwaliteit in onze samenleving. Hiervoor werken wij samen met de leden, partners en andere organisaties.
Open dialoog
Het Vlaams Welzijnsverbond streeft kwaliteit na door deskundigheid te koppelen aan een waardekader. Het Verbond maakt dit waardekader concreet en actueel, voortbouwend op de christelijke visie, in een open dialoog met de verschillende levensbeschouwingen in onze samenleving.
Respect voor de mensenrechten is de hoeksteen van de organisatie. Daarbij baseert het Vlaams Welzijnsverbond zich op de internationale verklaringen van de rechten van de mens en van het kind.
Invloed
Het Vlaams Welzijnsverbond staat midden in de samenleving. Het is alert voor maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Door het innemen van standpunten en het ondernemen van acties, oefent het Vlaams Welzijnsverbond hierop invloed uit.
Het Vlaams Welzijnsverbond speelt een actieve en constructieve rol in de relaties met overheid en partners.
DURF MET ONS MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
Op het einde van de Algemene Vergadering nodigde Steven De Looze alle leden uit om mee te werken aan de verdere uitwerking en opvolging van het thema MVO.
Waarom opvolging?
Onder invloed van een veranderend bewustzijn rond ondernemen zien we dat het concept MVO steeds meer aandacht krijgt. Ook de politieke wereld gaat zich bezighouden met MVO. Zowel op Europees als op federaal en Vlaams niveau wordt het debat rond MVO gevoerd en worden projecten in dit kader gestart.
Er wordt hierbij aandacht gevraagd voor het verhaal van de 3 P’s: people – planet – profit. Binnen MVO moet er gestreefd worden naar een evenwicht tussen de 3 P’s. Aan elke P moet er gewerkt worden. Ook welzijnsvoorzieningen ontsnappen niet aan deze evenwichtsoefening. Voorzieningen zijn vooral bezig met de cliënt, maar ze hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld inzake energiegebruik, diversiteit, competentiemanagement. Voorzieningen moeten zich met andere woorden opstellen als een duurzame partner.
Dat willen we als Vlaams Welzijnsverbond bij onze leden stimuleren. Daarom willen we rond meerdere thema’s van MVO ‘netwerktafels’ opzetten.
Wat zijn netwerktafels?
Netwerktafels zijn intersectoraal samengestelde overleggroepen die samenkomen rond één bepaald thema binnen MVO en hoe voorzieningen dit (kunnen) invullen. Naast de drie op de Algemene Vergadering voorgestelde thema’s (diversiteit, energie en competentiemanagement) zijn er nog andere: bijvoorbeeld eerlijke handel, mobiliteit, veiligheid en gezondheid. Elk thema kan het onderwerp vormen van een netwerktafel als er een groep van 10 tot 15 geïnteresseerden is.
Netwerktafels kunnen beschouwd worden als een leermethode: men werkt er aan kennisdeling rond het thema door het inhuren van externe deskundigen, en/of door ervaringsuitwisseling tussen de deelnemende voorzieningen. Samen gaat men zoeken naar de aanpak van knelpunten die men ervaart in de eigen voorziening. Uit een netwerktafel kan eventueel een intervisiegroep voortvloeien
Wie kan deelnemen?
Alle leidinggevenden en medewerkers van de aangesloten voorzieningen die actief zijn rond een bepaald thema. Onder ‘actief zijn’ verstaan we bijvoorbeeld starten met een diversiteitsplan en op problemen stuiten; verbouwingen in het vooruitzicht hebben en op zoek zijn naar energiezuinige oplossingen; methoden zoeken om de competenties van het personeel volledig te benutten, enz.
Op elke netwerktafel zal een stafmedewerker aanwezig zijn die zal instaan voor het verzamelen van alle uitgewisselde kennis, informatie en eventuele documenten. Pet netwerktafel zullen we achteraf alle materiaal beschikbaar stellen via de website.
Stappenplan
In juni 2008 gaan we op zoek naar kandidaten voor de netwerktafels en bepalen we de thema’s. Vanaf september start de eerste netwerktafel rond dat thema waarvoor er het meeste interesse is. Vanaf oktober-november gebeurt er een geleidelijke terugkoppeling naar de brede sector via de website en de COC-vergaderingen.
In de periode december 2008-februari 2009 wordt gewerkt met de tweede netwerktafel en gebeurt de terugkoppeling; van maart tot mei 2009 komt het derde thema aan bod in een netwerktafel en is er weer een terugkoppeling. Tegen de Algemene Vergadering in mei 2009 willen we komen tot een standpuntennota rond MVO op basis van het voorafgaand leerproces.
Kandidaat om mee te werken?
De deelnemers aan de Algemene Vergadering vonden in hun documentatiemap een inschrijvingsformulier met daarop de 3 reeds gekozen thema’s en de mogelijkheid om ook andere door te geven. Er volgt nog een brede oproep tot deelname aan de netwerktafels via de website.
INFO: Steven De Looze, tel. 02 507 01 22
VERSOEPELING KWALIFICATIEBEWIJZEN IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG
Om jobstudenten te kunnen inschakelen werden vorige zomer de kwalificatievereisten voor medewerkers van de buitenschoolse kinderopvang tijdelijk versoepeld. Minister Vanackere schrijft deze uitzondering nu in de regelgeving in.
Een tijdelijke uitzondering
In de zomer van 2007 koos minister van welzijn, Steven Vanackere, ervoor om studenten orthopedagogie, lager- en kleuteronderwijs in te zetten in de erkende buitenschoolse kinderopvang. Hiervoor maakte hij tijdelijk een uitzondering op de kwalificatiebewijzen in de buitenschoolse kinderopvang. Maar deze maatregel kwam te laat: de zomervakantie was al begonnen en de voorzieningen hadden reeds weken tot maanden vóór de zomer de werking en personeelsinzet vastgelegd.
Een tweede, uitgebreide poging
Minister Vanackere doet een tweede poging en schrijft deze uitzondering op de kwalificatiebewijzen in de buitenschoolse opvang in de regelgeving in. Maar deze keer wordt de maatregel opengetrokken. Studenten van dezelfde drie studierichtingen kunnen nu het ganse jaar door ingezet worden in de buitenschoolse opvang en maken deel uit van het verplichte personeelskader van 1 begeleider per 14 kinderen.
Via deze versoepeling van de diplomavereisten wil minister Vanackere de beperking van het opvangaanbod in de zomervakantie wegens tekort aan personeel tegengaan. Hij geeft daarbij aan met deze maatregel geen risico te lopen op een kwaliteitsverlies in de dienstverlening. Er zijn daarom enkele beperkingen: de studenten moeten geslaagd zijn voor de twee eerste jaren van de opleiding, ze mogen nooit alleen staan in de opvang en per twee begeleiders kan er slechts één student in dienst genomen worden.
Maar zonder extra middelen
Extra middelen voor deze maatregel komen er echter niet! Het gaat over een “budgetneutrale maatregel”, de voorzieningen moeten zelf instaan voor de financiering… Een halve oplossing dus voor deze voorzieningen die zich uit eigen zak geen extra personeel kunnen veroorloven.
Bovendien staan we kritisch tegenover allerlei pragmatische oplossingen in de buitenschoolse opvang waarvoor de overheid de financiële verantwoordelijkheid op de voorzieningen afschuift. We verwachten dat een overheid de verantwoordelijkheid neemt om structurele maatregelen te treffen binnen een lange termijnvisie op de buitenschoolse opvang en de professionele uitbouw van de kinderopvang.
INFO: Barbara Devos, tel. 02 507 01 42
INDEXAANPASSING
Zoals verwacht is de spilindex eind april opnieuw overschreden. Daardoor stijgen de lonen van het personeel in de revalidatiecentra vanaf mei met 2%. In de overige sectoren worden de lonen verhoogd vanaf juni.
Na de eerdere aanpassing van de lonen in februari is het nu al de tweede keer dit jaar dat de lonen opgetrokken moeten worden ten gevolge van de toegenomen inflatie. De aanpassing in februari was budgettair verwacht. De stijging die er nu aankomt, hebben vele voorzieningen echter niet ingeschreven in hun budget van 2008.
Toen de begroting vorig najaar werd opgemaakt, ging het Planbureau er immers van uit dat de volgende overschrijding van de spilindex pas eind 2008 zou plaatsvinden. Verwacht wordt dat de prijsstijgingen de komende maanden zullen afnemen. Op basis van de huidige vooruitzichten voor de gezondheidsindex wordt een nieuwe overschrijding van de spilindex verwacht in het eerste kwartaal van 2009. Op jaarbasis betekent dit dat de loonkosten in 2008 3,02% hoger zullen liggen dan in 2007.
Voor sectoren waar de inkomsten niet of pas met vertraging gekoppeld zijn aan de evolutie van de inflatie – bijvoorbeeld de sector kinderopvang met een jaarlijkse aanpassing van de subsidiëring in januari – kan dit een harde dobber worden. Zuinig omspringen met de budgettaire middelen is dus de boodschap.
INFO: Steven De Looze, tel. 02 507 01 22
DENKDAG ‘ZORGINNOVATIE’
Met een ‘denkdag’ op 30 mei wordt een nieuwe stap gezet in het denkproces rond ‘Zorginnovatie in welzijn’.
Een project in verschillende fasen
Het Vlaams Welzijnsverbond lanceerde in juni 2007 samen met het VVI, LUCAS en CERA een driejarig project rond ‘Zorginnovatie in welzijn’. CERA stuurt het project mee aan en ondersteunt het financieel. LUCAS, het Centrum voor Zorgonderzoek en Consultancy van de K.U.Leuven staat in voor het wetenschappelijk gedeelte. Het project wil in het eerste jaar het innovatiepotentieel in welzijnsvoorzieningen en de verschillende sectoren in kaart brengen en mobiliseren. In het tweede en het derde jaar worden een innovatie-instrument en een innovatiemethodiek uitgewerkt. Voorop staat de brede bruikbaarheid van dit alles.
Een denkdag
Op de ‘denkdag’ van 30 mei wordt een nieuwe stap gezet in het denkproces. Samen met een groep geïnteresseerden wordt er nagedacht en gediscussieerd over de centrale thema’s voor de verdere uitbouw van het project. Hoe kunnen we werken aan de realisatie van zorgdoelen? Welke innovaties zijn noodzakelijk of wenselijk? Enz. De deelnemers aan deze denkdag komen uit zes welzijnssectoren: het gaat zowel om gebruikers, vrijwilligers, praktijkwerkers, stafmedewerkers en leidinggevenden uit voorzieningen als om beleidsmedewerkers van de overheid, en dit uit de gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdbijstand, de gezinsondersteuning, de kinderdagopvang, het vrijwilligerswerk en de ouderenzorg.
Een congres in het najaar
Bedoeling is te komen tot een gedragen visie op zorginnovatie in welzijn. De herkenbaarheid van deze visie voor de zes betrokken sectoren wordt getoetst. Men gaat op zoek naar gemeenschappelijke doelstellingen en waardeoriëntaties en naar speerpunten voor het project. In het najaar (25 september 2008) worden op een congres in Leuven de resultaten voorgesteld aan het ruime werkveld. Schrijf de datum nu reeds in je agenda!
INFO: Linda Beirens, tel. 02 507 01 31
PASTORALE PERSPECTIEVEN
Pastorale Perspectieven wijdt het eerste nummer van de nieuwe jaargang aan de relatie tussen pastoraal en ethiek.
Het eerste nummer van de nieuwe jaargang van Pastorale Perspectieven (nr. 138, maart 2008) is gewijd aan de relatie tussen pastoraal en ethiek. Tussen deze identiteitsgebonden dimensies van het zorgaanbod bestaan vele gelijkenissen, maar ook significante verschillen. In de bijdragen in dit nummer worden een aantal aspecten hiervan uitgediept. Er werd geprobeerd om een goede mix te vinden tussen theoretische beschouwingen en praktijkgerichte invalshoeken.
Er zijn artikels van Axel Liégeois over “Pastoraat en ethiek, meer dan een verstandshuwelijk”; van Henk van der Meulen over “Presentie en representatie: de verhouding voor het voetlicht gebracht”; van Marina Riemslagh over “Ethiek in het pastorale gespreksproces. Op weg naar een geïntegreerde empirische ethiek”; van Theo A. Boer over “Pastores, zorgvoorzieningen en christelijke ethiek” en een getuigenis van Bruno Aerts over de rol van de ethicus in een ethische commissie van een algemeen ziekenhuis (het Nederlandse Catharinaziekenhuis te Eindhoven).
Verder is er een interview met Linus Vanlaere en Ann Lammens over een “zorg-ethisch lab” in Moorsele en wordt een overzicht gegeven van de werking en adviezen van de ethische commissies van het Verbond der Verzorgingsinstellingen en van het Vlaams Welzijnsverbond.
Naast dit boeiende themagedeelte vindt u in het nummer ook nog een 'uitgelezen' selectie recente literatuur over pastorale zorg. In de rubriek 'Over de grenzen' verkennen we hoe pastorale en levensbeschouwelijke zorg in onze buurlanden georganiseerd worden. Het nummer wordt afgesloten met een 'Uitsmijter' door Ann Verscuren.
Een abonnement op Pastorale Perspectieven kost 25 euro (indien de voorziening lid is van het V.V.I. of het Vlaams Welzijnsverbond), 20 euro voor studenten, 30 euro voor alle anderen. Een los nummer kost 10 euro (verzendingskosten inbegrepen).
DEZE MAAND IN HET TIJDSCHRIFT VOOR WELZIJNSWERK
Zopas verscheen het april-meinummer van het Tijdschrift voor Welzijnswerk (jaargang 32, nummer 291, april-mei 2008). Dit themanummer heeft als titel “Uw regels zijn de onze niet” en verscheen naar aanleiding van de studiedag en het ethisch advies over leefregels in welzijnsvoorzieningen.
De Ethische Commissie van het Vlaams Welzijnsverbond heeft het voorbije anderhalf jaar nagedacht over “verantwoord omgaan met grenzen en begeleidingsafspraken in zorg en hulpverlening.”
‘Uw regels zijn de onze niet’ drukt op sprekende wijze de soms tegengestelde verwachtingen en het wederzijds onbegrip tussen cliënten, hulpverleners en voorzieningen op dit vlak uit. Het vierde Ethisch Advies van het Vlaams Welzijnsverbond werd eind vorig jaar op een studiedag voorgesteld aan de leden en andere geïnteresseerden. In dit themanummer nemen we de integrale tekst van het advies op, samen met enkele teksten van sprekers op de studiedag, enkele korte workshopverslagen en een langer extra-artikel. Met dit advies en dit themanummer willen we handvatten aanreiken om vanuit een visie op leefregels deze patstelling te overstijgen.
Volgende artikels werden opgenomen:
- Ieder zijn goesting!? Over grensregels als voorwaarden tot vrij en zinvol samenleven (Roger BURGGRAEVE)
- Conflicthantering: enkele pedagogische beschouwingen (Hans VAN CROMBRUGGE)
- Uw regels zijn de onze niet. Jongeren uit de Bijzondere Jeugdzorg over regels en afspraken (Kurt DE BACKER)
- Leefregels en leefklimaat. Het belang van een positief leefklimaat om te leren leven met regels (Ann VERMASSEN)
- Regels, normen en waarden als hefboom voor het creëren van een positief leefklimaat (Geert STROOBANT)
Verder zijn er bijdragen en verslagen van workshops rond belonen en straffen vanuit een pedagogische visie (workshop van Hans Van Crombrugge); over het invoeren en bijsturen van (leef)regels in voorzieningen; aanbevelingen uit de praktijk van vzw Stijn; over hulpverleners die wel eens op grenzen stoten (workshop o.l.v. Daniël Janssens); en praktijkverhalen over regels en afspraken in een leefgroep voor mensen met een mentale handicap en gedrags- en emotionele stoornissen; en regels en afspraken in het kader van een risicomiddelen- of drugbeleid in een voorziening voor Bijzondere Jeugdbijstand.
In dit themanummer is ook plaats voor enkele vaste rubrieken: Lezerskring, Kort genoteerd, en Agenda.
Een los themanummer kost 10,25 euro.
INFO: Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33
OVERZICHT INFORMATIEVEN MAART EN APRIL 2008
Hier vindt u een overzicht van de Informatieven die verschenen in februari 2008. Leden van het Vlaams Welzijnsverbond kunnen in deze lijst ook doorklikken naar de Informatief in kwestie.
INFO: Sabine Van Kogelenberg, tel. 02 507 01 33
Colofon
de facto is een gratis nieuwsbrief van het Vlaams Welzijnsverbond vzw en verschijnt 8 maal per jaar.
Alle leden en andere geïnteresseerden kunnen inschrijven op deze elektronische nieuwsbrief en kunnen zich ook ten allen tijde uitschrijven door een mailtje te sturen naar onderstaand e-mailadres.
Eindredactie: Fons Geerts en Frank Cuyt
Verantwoordelijk uitgever: Theo Rombouts
Vlaams Welzijnsverbond, Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. 02 511 44 70, fax 02 513 85 14, e-mail: post@vlaamswelzijnsverbond.be
