www.vlaamswelzijnsverbond.be


Groepsvergaderingen

–          Groepsgesprek? Normaal, tijdens school, is dat één keer om de week, elke maandag. Dan is er ook geen televisie. Dan wordt gans de avond, wel ja, een uur gepraat.

 

Wanneer we de jongeren naar ‘groepsgesprekken vragen’, hebben ze het heel veel over deze groepsgesprekken waar over ‘groepsdynamiek’ gepraat wordt, over de eigen gevoelens, het gedrag in de groep. Jongeren geven aan dat ze dit wel belangrijk vinden, het is immers niet altijd gemakkelijk om in groep te leven, om geplaatst te zijn.

–          In de tussengroep hebben we ook elke week een tussengroepgesprek vb. om uw budget te regelen. Maar er worden daar ook vraagjes gesteld. En op zich lijken dat erg dwaze vragen, maar ze helpen wel om beter met mekaar overeen te komen. Een voorbeeld van zo’n vraag is: ‘Zeg iets positiefs over een medebewoonster en iets negatief.’
•           Soms zijn er ruzies en zo kan dat op een normale manier opgelost worden. Er wordt ook verteld wat je goed vindt van een persoon en wat iets minder. Zo verbetert de sfeer wel.

–          Waartoe zou zo’n groepsvergadering moeten dienen? Hoe je je voelt. Uzelf leren kennen. Iets van de wereld leren kennen, leren omgaan met elkaar. Over situaties hier. Bijvoorbeeld, als er ruzie geweest is: hoe kwam het dat er ruzie was? Hoe kan dat opgelost worden?

–          Vind je dat je die dingen kan bespreken? Je leert elkaar beter kennen daardoor (…) Dan kan je je eigen mening zeggen zonder dat de anderen daar kwaad voor worden. Als je dat bekijkt, sinds dat ik hier zit is daar achteraf nog nooit ruzie van gekomen.

- (…) dat was echt wel nodig met zo’n groep meisjes bij elkaar. Want met zo totaal verschillende meisjes bij elkaar, dat botst toch. We werden daar dan in bijgestaan door een begeleidster die daar erg goed in was en dan moesten we zeggen aan de personen met wie er een misverstand of ruzie, wat er was.

–          En wat zijn de onderwerpen dan? Verschilt. Wat er dan misschien gebeurd is of zo. Of wat je voelt als er iemand weggaat, en als er iemand nieuw komt.

–          Hoe wordt bepaald over welke onderwerpen je het hebt? Neen, hij zegt dan ‘Heeft er iemand een puntje?’.
•           Iedereen zit daar en dan zegt iedereen om de beurt wat er op zijn lever ligt en dan schrijven die dat op. En als iedereen zijn ding gezegd heeft, komen de puntjes van de begeleiding, wat er hen tegen steekt aan ons.
–          Bijvoorbeeld wat er goed is, de sfeer in de groep,…
•           En op het einde krijgen we een blad, met daarop ons taken, waar we onze naam dan moeten op schrijven.
            Dat is eigenlijk het enigste nuttige aan dat groepsgesprek. Voor de rest – als wij over onze problemen willen spreken – dat is alleen op dat moment en verder niet meer hé. Als we bijvoorbeeld besluiten de sfeer te verbeteren, dan is dat alleen op dat moment ok, maar de volgende dag is dat weg. (…)

–          Op elke huishoudvergadering wordt een bepaald onderwerp besproken,  bijvoorbeeld seks. (…) Welke onderwerpen zijn al aan bod gekomen op zo’n vergadering? Haat, liefde, wat je van een relatie verwacht, seksuele voorlichting. Het zijn vaak dingen die we al weten. En je mag niet lachen of je vliegt naar buiten.

 

Jongeren weten wel dat deze groepsgesprekken belangrijk kunnen zijn, maar of het daarom ‘werkt’, of ze er daarom meer zin in hebben om mee te werken, de samenkomsten minder saai worden...

–          Je kan op een huishoudvergadering wel op een rustige manier zeggen wat je tof vindt aan iemand en wat minder goed. Maar achter mekaars rug ga je dan toch roddelen. Sowieso is iedereen maar achterbaks.

–          En vinden jullie dat goed zo’n groepsvergadering? Soms, als er wat te zeggen is.

–          Dat ligt eigenlijk aan ons. Wij doen er eigenlijk niet veel aan. Wij maken de sfeer zelf. (…)

–          Dat we een uur van onze tijd kwijt zijn.
            Dat we niet mogen roken, niet naar TV kijken.

–          Dat is saai (…) als opvoeder x groepsvergadering heeft, dan kan die zagen hé. Telkens wij denken dat we klaar zijn met een onderwerp begint die weer opnieuw.

 

Daarnaast zijn er ook die samenkomsten waar jongeren voorstellen kunnen doen, waar uitleg gegeven wordt over regels, afspraken gemaakt worden, taken verdeeld, etc.

–          Daarbij zijn meestal twee opvoeders en dan moeten we daar in een kringetje gaan zitten, dan wordt er gesproken van wat we die week gaan doen als activiteit en wat we hier willen veranderen.

–          Ze moeten niet alles weten. Een keer per week is overdreven. Maar één keer per maand wel.

–          Elke donderdag is er zo’n soort groepsgesprek, maar dat gaat eigenlijk louter over de afspraken en wat je in dat weekend gaat doen.

–          Het home staat open voor activiteiten met de groep. Deze zijn niet verplicht en we mogen zelf kiezen en deze worden dan besproken tijdens een groepsgesprek, daar bespreken we de praktische afspraken.

–          In de groepsraad worden de regels afgesproken en elke maand zijn er andere regels.

–          En over wat zou je het dan willen hebben? Over van alles. Over de regels. Ook over de telefoon.

–          Dat gaat over de groep en de regels en zo? Ja, als je je bijvoorbeeld niet aan houdt. Zo één regel of zo, dan wordt daarover gepraat. Als er bijvoorbeeld regels zijn dat je zegt: ‘Waarom mag dat niet?’ dan leggen ze dat uit.

–          Ja, dat is ook iets nieuws. Eén keer in de week wordt een sportactiviteit gedaan, ‘s avonds. Daar hebben ze ook onze mening over gevraagd, ‘zie je dat zitten en wat wil je doen?’. Dat is ook allemaal heel positief. Gaan bowlen, ook gaan fietsen, gaan lopen, voetballen, zo’n activiteiten zijn ook plezante activiteiten.

 

Jongeren vinden het belangrijk dat ze hier dan ook echt serieus in genomen worden, dat naar hen geluisterd wordt, écht gepraat wordt en dat hun voorstellen en ideeën niet zo maar in de wind geslaan worden. Ze uiten dan ook hun ongenoegen als ze aanvoelen dat dit niet zo is.

–          Een tijd geleden zijn de regels veranderd. In een groepsgesprek werd het boekje besproken. Dan zijn al de regels overlopen en hadden we inspraak. In groepsgesprekken worden de regels overlopen.
•           Maar als er gesproken wordt over regels dan zijn dat meestal geen belangrijke dingen. Bijvoorbeeld dat je je pantoffels moet aandoen, kleren aan de kapstok. Maar niet de belangrijke dingen die veranderd zijn: bvb. hoe laat moeten we gaan slapen.
–          En als we een voorstel doen dan krijgen we geen reactie van het team. Ze bespreken dat daarna in het team of het kan of niet. Ze zitten daar te denken of dat mag of niet, vb. of er mayonaise bij de kroketten mag of niet.

–          Maar we hebben wel eens om de zoveel maanden een bewonersvergadering. Zo van al de gasten die in de groep zitten, met de opvoeders – praten een keer over een onderwerp, discussiëren over wat ze willen veranderen. Maar je mag er wel over praten, maar een keer echt uw gedacht zeggen, dan zijn ze op hun tenen getrapt. Het is al zo geweest dat ze weggaan al bleitend dat ze er eigenlijk niet tegen kunnen, dat we ons gedacht zeggen. Eigenlijk luisteren ze niet naar ons. Zij zijn opvoeders en zij zeggen het is ‘zo en zo’. Het is zo. Je kan dat niet veranderen.

–          En dan is dat van ‘Hé, leg dat volgende week nog eens voor.’ En elke keer blijf je dat maar vragen. En dan is dat van ‘Ja, ja.’ Maar er wordt nooit iets voor gedaan.

–          De afspraken en de regels worden besproken maar dat is wel saai en het helpt niets.

–          Ze luisteren niet naar ons.

–          Maar ik denk wel dat als wij zouden zeggen waarover we zouden willen babbelen, dat het goed te doen is. Ja, dan misschien wel, maar of dat veel zal opleveren…

–          Het draait altijd uit op boel. Tussen de opvoeders en ons, omdat wij onze mening zeggen en zij er niet mee akkoord zijn.

–          Je kan in de groepsraad zeggen: ‘Ik ga niet akkoord’, maar dat helpt niet.

–          Maar leggen ze dan uit waarom dat dat niet doorgaat? Dat zeggen ze niet. Ze zeggen altijd dat dat een goed idee is.


Bron: https://www.vlaamswelzijnsverbond.be/intersectoraal/kinderrechten/minorius-project/van-mijn-kant-bekeken-jongeren-jeugdzorg-voor-eerst-21