DE
FACTO

E-magazine de facto, jg. 14, nr. 110, 30 oktober 2012

Welzijnssector pleit voor betrouwbare zorgrelatiesWaar ligt de grens?!BTW-perikelen voor samenwerkende organisaties De welzijnssector wil 50-plussers langer aan de slag houden Colloquium: “De zorg voor welzijn. Het Vlaams welzijnsbeleid op de rooster." op 16 november 2012 Vooraankondiging studiedag: Sociale media in de social profit? Doe-dag participatie: “Particiwatte? Deel nemen, deel hebben en deel zijn van kinderen en jongeren in de jeugdhulp”Publicatie: Perspectief 2020: We werken eraan! ‘Worden we allemaal InstrumenSen?’ Over de verzakelijking in de zorg, door Eddy Van Tilt (Oikonde Leuven)Colofon


WELZIJNSSECTOR PLEIT VOOR BETROUWBARE ZORGRELATIES

In Vlaanderen komen elk jaar honderden jongeren en volwassenen in de hulpverlening terecht. We weten allemaal dat een betrouwbare zorgrelatie voor mensen met minder kansen – en zeker voor kinderen – cruciaal is. In de hulpverlening worden ze echter geconfronteerd met allerlei vormen van discontinuïteit omwille van reglementering, wisselende begeleiders, uurroosters, uithuisplaatsingen en overplaatsingen, enz. Niet alleen de cliënt en zijn omgeving, maar ook medewerkers van voorzieningen zijn vragende partij om aan deze discontinuïteit iets te doen.

Verbondenheid
Vrijdag 26 oktober 2012, stelde het Vlaams Welzijnsverbond op een studiedag te Leuven haar (zevende) Ethisch Advies over ‘Continuïteit van zorgrelaties’ aan de sector voor. Vanuit de hechtingstheorie, de contextuele visie van Nagy en de zorgethiek formuleerde de Ethische Commissie van het Vlaams Welzijnsverbond aanbevelingen, zowel ten aanzien van de hulpverleners en hun organisaties, als van de overheid, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid. Door te werken aan verbondenheid, aan duurzame en betrouwbare relaties, werkt men immers aan veiligheid en biedt men perspectief op langere termijn.

Aanbevelingen
Enkele aanbevelingen kort samengevat:

  • Hulp aan huis moet zelfredzaamheid bevorderen en mensen ‘empoweren’, zodat ze hun eigen verantwoordelijkheid kunnen opnemen.
  • We streven naar zo weinig mogelijk breukervaringen en kiezen voor pleegzorg voor jonge kinderen. Hierbij betrekken we ouders en netwerk.
  • Continuïteit van zorgrelaties komt voort uit een samengaan van professionele zorgrelaties, familie, omgeving, mantelzorg en vrijwilligers. Daartoe ondersteunen we bestaande relaties.
  • Het opbouwen van een vertrouwensrelatie vraagt een langdurig en intensief engagement. Een goede teamwerking ondersteunt de aandachtsbegeleider of vertrouwenspersoon.
  • Een flexibele regelgeving moet het recht op gepaste hulp mogelijk maken en laat voldoende eigen initiatief en verantwoordelijkheid aan de hulpverlener.
  • In plaats van de hulpverlening te fragmenteren moet ingezet worden op een relationeel aanbod en het werken aan (het herstellen van) de natuurlijke verbondenheid tussen mensen.
  • Efficiëntie- en effectiviteitsoverwegingen mogen een dieptegerichte hulpverlening niet in de weg staan.

Autonomie en verantwoordelijkheidszin
Dit alles vraagt een zekere autonomie van de hulpverleningsvoorzieningen en doet tegelijkertijd een uitgesproken beroep op hun verantwoordelijkheidszin. Dit moet de overheid verankeren in een goede regelgeving, die ook aandacht geeft aan de kinderrechten en de rechten van de cliënten in de hulpverlening. De voorzieningen ontwikkelen deze ethische reflex bij hun medewerkers. Die medewerkers, die in hun werk met de gevolgen van de discontinuïteit geconfronteerd worden, verdienen een hart onder de riem en volop erkenning van de samenleving.

“Het realiseren van continuïteit in de zorg veronderstelt de essentiële vertaling in regelgeving. Het veronderstelt ook, elke dag opnieuw, de betrokkenheid en de inspanningen van elke hulpverlener, elke gebruiker en zijn context, elke voorziening en elke ondersteuningsstructuur”, zegt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen.



INFO: Frank Cuyt, 0477 / 75 31 90


 


WAAR LIGT DE GRENS?!
Op 21 november 2012 organiseert het Vlaams Welzijnsverbond samen met het comité voorzieningen voor personen met een motorische beperking een studiedag onder het motto “Waar ligt de grens?! nood aan samenwerking voor de zorg voor personen met een neuro-motorische beperkingen en bijkomend probleemgedrag.”

Studiedag
Voorzieningen die personen met een neuro-motorische beperking ondersteunen stellen vast dat veel van deze mensen vaak ook gedragsproblemen hebben. Een onderzoek in de voorzieningen bevestigt dit. We stellen dit onderzoek voor op de studiedag: Wie zijn deze mensen? Welke noden hebben ze?
Daarnaast zoomen we sterk in op onze nood aan samenwerking met andere sectoren om kwaliteitsvolle ondersteuning te kunnen garanderen aan deze mensen. We gaan in op vragen zoals: Welke zijn de mogelijkheden van samenwerking? Op welk vlak willen we samenwerking? Waar kunnen we samen op pad gaan?

Praktische informatie
Daarom nodigen we op deze dag in het bijzonder medewerkers uit scholen en de psychiatrie uit! Wil u de ondersteuning voor deze groep personen met een neuro-motorische beperking en gedragsproblemen mee uitbouwen, schrijf u dan nu dadelijk in voor deze studiedag. 21 november 2012 van 13 uur tot 17 uur in Leuven is dan  ‘the place to be’! 

Hierbij vindt u de link naar het volledige programma, de folder en het inschrijvingsformulier.

INFO: Hilde Verstricht, tel. 02 507 01 27


 


BTW-PERIKELEN VOOR SAMENWERKENDE ORGANISATIES
Meer en meer worden voorzieningen in zorg en welzijn die in wezen vrijgesteld zijn van BTW geconfronteerd met fiscale vraagstukken inzake de aanrekening van BTW op handelingen die zij verrichten. In oktober 2012 plande Zorgnet Vlaanderen een studiedag teneinde de welzijns- en gezondheidssector zo optimaal mogelijk voor te bereiden op haar fiscale verplichtingen terzake. Deze studiedag vestigde de aandacht op eventuele fiscale gevolgen bij de samenwerking met andere rechtspersonen. Ook leden van het Vlaams Welzijnsverbond konden deelnemen aan deze studiedag.

Meer duidelijkheid
Er komt meer duidelijkheid voor zorgvoorzieningen die willen samenwerken. Meer bepaald rond de BTW-plicht. Zorgnet Vlaanderen ging de afgelopen maanden samen zitten met de verschillende administraties. Samen werkten ze een oplossing uit. Dit werd uitgelegd tijdens de studiedag die doorging op 2 oktober 2012. Samenwerken is immers nodig om de patiënt/cliënt/gebruiker zorg op maat te kunnen bieden. Meer en meer wordt er samengewerkt tussen voorzieningen en daarom is de problematiek rond BTW cruciaal. 

Samenwerken mag niet fiscaal bestraft worden
Minister van financiën Steven Vanackere opende de studiedag en onderstreepte dat samenwerken in de zorg fiscaal niet bestraft mag worden. Het BTW-probleem sleept al jaren aan en het is goed dat het nu opgelost wordt op een rechtszekere en eenvoudige manier. Als de overheid aanmoedigt om samen te werken, mag ze dat niet bestraffen op fiscaal niveau. Deze studiedag maakt duidelijk dat er een oplossing is voor het geheel van de BTW-verplichting, maar in het bijzonder deze van de gemengde  btw-plicht. De overheid geeft het signaal dat hetgeen op andere bestuursniveaus wordt aangemoedigd (nl. samenwerken) niet fiscaal bestraft wordt.

Miek Peeters, stafmedewerker Zorgnet Vlaanderen, gaf aan de aanwezigen de kernboodschap en vatte de richtlijnen samen. De kernboodschap luidt dat voorzieningen moeten doorgaan met hun samenwerkingen, moeten doorgaan met zoeken naar opportuniteiten van zorg om zorg te verbeteren. Dit is iets waar sociale ondernemers erg goed in zijn.

Wanneer het gaat over samenwerking die gericht is op zorg (zorgfinaliteit) moeten zij zich geen zorgen maken en worden de onderlinge kostenverrekening meegenomen in de vrijstelling. Wanneer het samenwerkingsverband niet gericht is op zorg, moet men een juridische constructie aannemen of het gemengd BTW-plichtig statuut aannemen.

Wat verandert er nu concreet?
Door samen te zitten met de BTW-administratie en het kabinet financiën, heeft Zorgnet Vlaanderen bekomen dat de BTW-vrijstelling voor zorg en welzijn moet gelezen worden met een bril anno 2012 en niet langer met een bril van vele jaren geleden. Toen was zorg nog het resultaat van een monodisciplinair gebeuren dat zich binnen 1 zorginstelling afspeelt. De nieuwe richtlijnen rond BTW-vrijstelling worden door de BTW-administratie via een circulaire verspreid.

INFO: Steven De Looze, tel. 02 507 01 22


 


DE WELZIJNSSECTOR WIL 50-PLUSSERS LANGER AAN DE SLAG HOUDEN.
Het Vlaams Welzijnsverbond maakte voor het vijfde jaar op rij een analyse van het personeel in de Vlaamse welzijnssectoren. In de studie zijn gegevens van ruim 18.000 personeelsleden in 170 voorzieningen opgenomen. Er moeten maatregelen genomen worden voor het dreigend personeelstekort.

Gemiddelde leeftijd
De gemiddelde leeftijd van het personeel (¬+ 40 jaar) stijgt verder en daarbij ook het aandeel van de 50-plussers (+ 26,5%). Aangezien de uitstapleeftijd ongeveer op 60 jaar ligt, beëindigen de volgende 10 jaar ongeveer 5.000 van de 18.000 personeelsleden uit de steekproef hun loopbaan en moeten deze vervangen worden.

Uitstroom opvangen?
Er zijn op dit moment onvoldoende schoolverlaters om de uitstroom van oudere personeelsleden op te vangen. Werkgevers moeten daarom proberen om 50-plussers langer aan de slag te houden. Verder moet er ook gewerkt worden aan een lagere instapdrempel, door diplomavereisten te versoepelen. Tenslotte zal de welzijnssector zich de komende jaren meer en meer moeten richten op zij-instromers: mensen die op latere leeftijd bewust kiezen voor een job in de welzijnssector.

Troeven uitspelen
Om potentiële arbeidskrachten te overtuigen moet de welzijnssector in de toekomst haar beste troeven uitspelen. En die troeven zijn er zeker. Zo is er in elke gemeente wel een welzijnsvoorziening gevestigd. Een job dicht bij huis is dus zeker mogelijk. Er is ook veel aandacht voor de combinatie tussen werk en gezin. En bovenal, in tijden van economische crisis vind je in de welzijnssector vaste banen met een hoge werkzekerheid. Een doorsnee welzijnswerker werkt al ruim 11 jaar bij zijn huidige werkgever.

Via deze link vindt u de integrale tekst van de studie van het Vlaams Welzijnsverbond. U kan een gedrukt exemplaar verkrijgen via Steven De Looze.

INFO: Steven De Looze, tel. 02 507 01 22

 


 


COLLOQUIUM: “DE ZORG VOOR WELZIJN. HET VLAAMS WELZIJNSBELEID OP DE ROOSTER.” OP 16 NOVEMBER 2012
In 1996 schreef prof. Frans Lammertyn het artikel ‘De zorg voor welzijn: actuele antwoorden op oude vragen‘ (Kluwer Welzijnsgids, afl. 19), een tijdsdocument waarin hij de belangrijkste nieuwe trends in het Vlaams welzijnsbeleid schetst. Anno 2012 blijken heel wat ‘nieuwe antwoorden’ nog steeds brandend actueel. Tijd dus voor een reflectiemoment over 15 jaar Vlaams welzijnsbeleid.

Emeritaat
Naar aanleiding van het emeritaat van prof. Frans Lammertyn, organiseren de Faculteit Sociale Wetenschappen, het Centrum voor Sociologisch Onderzoek en de gepromoveerden van prof. Lammertyn op vrijdag 16 november 2012 het colloquium ‘De zorg voor welzijn. Het Vlaams welzijnsbeleid op de rooster.’ Dit gaat door in de promotiezaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, te Leuven.

Discussiepanel
Koen Hermans leidt het colloquium in, en daagt vervolgens een discussiepanel uit om stil te staan bij de belangrijkste verwezenlijkingen in het welzijnsbeleid van de afgelopen 15 jaar, en de nieuwe uitdagingen die zich aankondigen. Het panel bestaat uit Agnes Bode (Familiehulp), Frank Cuyt (Vlaams Welzijnsverbond), Ludo Fret (Alert, Pluralistisch Overleg Welzijnswerk), Herman Janssens (KVG), Luc Martens (oud-minister van Welzijn), Inge Vervotte (Emmaüs, oud-minister van Welzijn). Moderator is Guy Tegenbos.

INFO: http://soc.kuleuven.be/colloquium/welzijn 


 


VOORAANKONDIGING STUDIEDAG: SOCIALE MEDIA IN DE SOCIAL PROFIT?
Klik je agenda al maar open op donderdag 24 januari 2013! Het Vlaams Welzijnsverbond, Cera, Weliswaar, en Verso organiseren een studiedag over de pro's en contra's, de opportuniteiten en gevaren van sociale media. Ben je bang van sociale media of omhels je ze? Hoe mix je met andere communicatiekanalen? Hoe maak je een eigen facebook-pagina, wat doe je met privacygevoelige informatie en welke mogelijkheden bieden sociale media op vlak van personeelsmanagement?

Programma
Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin verwelkomt de deelnemers. Keynotespreker is experte in sociale media Clo Willaerts (Sanoma Magazines). Getuigenissen met do's en don'ts uit de profit en socialprofitsector, een panelgesprek met communicatiedeskundigen onder leiding van Veerle Beel (De Standaard), praktijkgerichte en interactieve workshops maken het programma compleet. Gespreksstof genoeg dus voor de receptie na afloop.

Om de studiedag nog wat meer te voeden, willen we vragen om de  bevraging in te vullen.
Meer info en mogelijkheid tot inschrijven volgen later.

INFO: Kristof Diddens, tel. 02 507 01 37


 


DOE-DAG PARTICIPATIE: “PARTICIWATTE? DEEL NEMEN, DEEL HEBBEN EN DEEL ZIJN VAN KINDEREN EN JONGEREN IN DE JEUGDHULP”
Goede jeugdhulp komt tot stand in samenwerking tussen kinderen, jongeren en hun begeleiding. Want wij vinden het, net zoals elke mens, belangrijk om écht gehoord te worden. Dan voelen wij – kinderen en jongeren – ons gezien. Dat geeft ons het gevoel een volwaardig persoon en volwaardige partner in de jeugdhulp te zijn. En dat is goed voor de relatie tussen ons en begeleiders en voorzieningen. In de jeugdhulp zijn wij dus, net als voorzieningen en begeleiders, betrokken partij: het gaat over óns leven. Meer nog, kinderen en jongeren laten deel nemen, deel hebben en deel zijn in de jeugdhulp is één van de ingrediënten om te bouwen aan een kwaliteitsvolle, effectieve en efficiënte jeugdhulp. Wij willen er graag mét kinderen, jongeren, begeleiders, directies en beleidsmensen iets goeds van maken. Van wederzijds luisteren naar samen doen.

Doe-dag!
Vanuit deze gedeelde overtuiging sloten Nevermind en Cachet vzw, twee groepen van jongeren en jongvolwassenen met jeugdhulpervaring, de handen in elkaar. Samen met het Departement WVG organiseren zij een doe-dag. Het wordt een dag vol actie. Dit zullen ze doen door op de doe-dag samen werkwijzen en methodieken om participatief met jongeren te werken uit te proberen en te ervaren wat deze kunnen betekenen. Door te doen willen we iedereen goesting doen krijgen om dit uit te proberen binnen de eigen voorziening. Het ondertekenen van een charter waarmee we ons inzetten om participatief te werken met kinderen en jongeren moet één van de hoogtepunten worden van deze doe-dag.

Wanneer?
De doe-dag gaat door op zaterdag 24 november 2012, in Gemeenschapscentrum de Kriekelaar in Schaarbeek. Een zaterdag, en dat is een bewuste keuze. Want we willen die dag een mix van jongeren, jeugdhulpverleners, directies en beleidsmensen samen aan de slag doen gaan, samen laten proberen, denken, lachen,… Het is dus onze uitdrukkelijke vraag dat jeugdhulpverleners die dag jongeren meebrengen en dat jongeren jeugdhulpverleners meebrengen!

Waar kan je je aan verwachten?
Met de doe-dag wil men je interessante werkvormen meegeven, je overtuigen, je engageren om mee te bouwen aan een jeugdhulp waar participatief met kinderen en jongeren gewerkt wordt. Daarvoor zullen we, via creatieve en interactieve methodieken, vertrekken van twee kijkwijzes: die van kinderen en jongeren met jeugdhulpervaring en die van voorzieningen, jeugdhulpverleners en het beleid. Wil je er graag bijzijn? Schrijf je dan zeker in!

Praktische informatie
Deze doe-dag gaat door op 24 november 2012 van 9u30-16u30 in Gemeenschapscentrum De Krieklaar (Gallaitstraat 86, Schaarbeek). Jongeren kunnen gratis deelnemen. Personen die vanuit een professionele functie deelnemen betalen 25 euro. Het aantal deelnemers is beperkt en u moet zich vooraf inschrijven (tot 14/11/12) via deze link.

INFO: Sofie De Smet, tel. 02 553 31 66


 


PUBLICATIE: PERSPECTIEF 2020: WE WERKEN ERAAN!
In de periode december 2011 – juni 2012 organiseerde het Vlaams Welzijnsverbond 4 studiedagen rond  sleutelthema’s uit de perspectiefnota van minister Vandeurzen: inclusie, persoonsvolgende financiering, vraaggestuurde zorg en ondernemen. Dit werd gebundeld in een lijvige publicatie: Perspectief 2020: We werken eraan! Bestel nu deze publicatie!

Interessante vakliteratuur
De informatie uit deze studiedagen is nu samengebracht in een lijvige publicatie: PERSPECTIEF 2020: WE WERKEN ERAAN! U vindt er een samenvatting van de lezingen en workshops die tijdens de studiedagen aan bod kwamen. Elk thema wordt verder via een interview belicht vanuit de kijk van de gebruikers en aangevuld met relevante informatie uit de sector.

Wie graag een exemplaar ontvangt, kan deze publicatie bestellen bij het Vlaams Welzijnsverbond aan 20 € per boek (studiedagen@Vlaamswelzijnsverbond.be).

INFO: Diane Serneels, tel. 02 507 01 26


 


‘WORDEN WE ALLEMAAL INSTRUMENSEN?’ OVER DE VERZAKELIJKING IN DE ZORG, DOOR EDDY VAN TILT (OIKONDE LEUVEN)
Op 16 oktober 2012 was Eddy Van Tilt, werkzaam bij Oikonde Leuven, te gast op de raad van bestuur van het Vlaams Welzijnsverbond. De directe aanleiding tot uitnodiging op de raad waren de inzichten die in het oktobernummer van het driemaandelijks tijdschrift van Oikonde zijn opgenomen. Hierin staat een boeiend dubbelinterview te lezen met de phychoanalyticus Paul Verhaeghe en de filosoof Herman De Dijn over ‘hoe overleven we het instrumenteel denken?’. Het nummer is ter inzage via de website www.oikondeleuven.be. Hier citeren we Eddy Van Tilt tijdens zijn bijdrage op de vergadering van de raad van bestuur van het Vlaams Welzijnsverbond. 

Zijn we allemaal instrumenSen?
Van waar komt de instrumentaliseringsdrift van deze tijden? Eddy Van Tilt ziet de belangrijkste verklaring in de westerse beheptheid met maakbaarheid en beheersbaarheid. Via een aantal anekdotes kaart hij enkele gevoeligheden aan om het probleem zo duidelijker te stellen.

Er is niks mis met de rationaliteit, zolang die rationaliteit niet in ‘overdrive’ gaat. En juist dat laatste is sinds 20 jaar aan de gang. In 1994 schreef hij het essay ‘Is de achterdeur op slot? Pleidooi voor een cultuur van de ontmoeting’. Dit verhaal werd opgepikt door de beleidsmakers van toen en hij werd in juni ’94 uitgenodigd om  mee na te denken over hoe kwaliteitszorg vorm diende te krijgen in het welzijnswerk.

Op een van de vergaderingen stelde iemand: “De dag dat we erin slagen om kwaliteit kwantitatief uit te drukken, die dag zullen we vanzelf een grote stap voorwaarts nemen naar individueel en maatschappelijk welzijn”. Het was het nieuwe geloof aan het worden, waar nauwelijks iemand op reageerde, maar Eddy vroeg zich daar hardop af of daarmee de basics van goede zorg niet op de helling zou raken. Immers: veel dingen die in de menselijke materie relevant  zijn, zijn helaas niet meetbaar, en veel zaken die meetbaar zijn, zijn nauwelijks relevant. Moeten we niet ongehoorzaam worden aan een aantal waarden die belangrijk zijn en die het Westen groot hebben gemaakt, maar die in hun ‘overdrive-ing’ onwaarden dreigen te worden. M.a.w. men is zo overtuigd van de absolute waarde van het zelfbeschikkingsrecht en van het beheersingsdenken voor de kwaliteit van de zorg en voor het goede leven, dat de obsessie met deze waarden juist tot onwaarheden en  onwaarden gaat leiden.
Kwaliteit, wat is dat? Eddy Van Tilt: “Kwaliteit is liefde, dat komt er misschien nog het kortste bij. Niet dat liefde synoniem zou zijn van kwaliteit, zeker niet. Maar wie iets met liefde doet, steekt onwillekeurig ook een stuk kwaliteit in zijn of haar werk. En hoe meer welzijnswerkers (en leerkrachten en gezondheidswerkers en…) instrumenSen worden, uitvoerders van plannen en directieven die van elders komen, hoe meer dat cruciale kwaliteitsaspect, het ambacht, in het gedrang komt. Vertrouwen is hierin een belangrijk welzijnswoord.”

Eddy Van Tilt deed heel wat ervaring op in de loop van de meer dan 100 voordrachten tussen 1998 en 2006 die hij verzorgde. Dit gebeurde n.a.v. 2 artikels die hij schreef rond kwaliteitszorg (‘De armoede van kwaliteitszorg’ en ‘Pleidooi voor culturele ongehoorzaamheid’). Eddy Van Tilt stelde dat een meerderheid van de welzijnswerkers steeds meer moeite kreeg met de dictaten en de regulitis van bovenaf. Meer en meer voelden de welzijnswerkers aan dat alsmaar meer en meer ‘nuttige’ bijkomstigheden’ meer en meer tijd innamen en de essentie van goede zorg naar het achterplan gingen duwen. Een meerderheid van de welzijnswerkers voelde met de ellebogen aan dat iets niet meer klopte, niet meer in balans was. Maar het bleef wel een zwijgende meerderheid. Er ontstond geen verbinding omdat de individualisering natuurlijk ook in het welzijnswerk sporen achterlaat. En het lijkt er volgens hem sterk op dat daar nu wel verandering in komt. Dat veel mensen, niet alleen basiswerkers maar meer en meer ook directies, stellen dat het echt wel ‘te ver’ begint te gaan.

Op een voordracht in 2000 vroeg de kwaliteitscoördinator van een ocmw-ziekenhuis hem of ze nu haar kwaliteitshandboek moest overboord gooien? Hij reageerde als volgt: “Natuurlijk niet, maar ik ben er wel van overtuigd dat wanneer een inflatie van extrinsieke motivatoren de intrinsieke motivatie gaat smoren, er dan gegarandeerd kwaliteitsverlies is. Procedures en regels en metenswaardigheden renderen juist het meest als ze niet de hoofdrol gaan opeisen, maar juist de basishouding van aandacht, respectvolle betrokkenheid en creatieve deskundigheid gaan ondersteunen.”

Anno 2012 ontbreekt dikwijls de tijd om met de basics van goede zorg, om adequaat voor of met de gasten bezig te zijn. De basiswerker van vandaag ontbeert de tijd om het overzicht te bewaren en samen met de collega’s uit te zoeken wat goede zorg is en waar men maatschappelijk naartoe wil.

Welzijnswerk is veel meer dan technisch interveniëren. Het is op de eerste plaats een moeilijk, ingewikkeld ambacht, waar de integratie van verschillende vormen van kennis noodzakelijk is.

INFO: Linda Beirens, tel. 02 507 01 131


 


Colofon
De Facto is een gratis nieuwsbrief van het Vlaams Welzijnsverbond vzw en verschijnt minstens 10 maal per jaar.
Alle leden en andere geïnteresseerden kunnen inschrijven op deze elektronische nieuwsbrief en kunnen zich ook ten allen tijde uitschrijven door een mailtje te sturen naar onderstaand e-mailadres.
Eindredactie: Fanny De Langhe en Frank Cuyt
Verantwoordelijk uitgever: Jan Renders
Vlaams Welzijnsverbond, Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Tel. 02 511 44 70, fax 02 513 85 14, e-mail: post@vlaamswelzijnsverbond.be